De Boerentoren is meer dan een gebouw. Al van bij zijn oplevering was de toren een markant herkenningsteken van de Antwerpse skyline en een symbool voor de welstand en moderniteit van de stad. Antwerpen veroverde met zijn skyscraper zelfs een plaats op de internationale architectuurscène. Dit eerste Belgische torengebouw was met zijn 87,5 meter jarenlang een van de hoogste wolkenkrabbers in Europa. Vandaag staat de Boerentoren opnieuw in de belangstelling. De plannen om dit iconische gebouw de volgende jaren om te vormen tot een cultuurtempel laten niemand koud.
"De introductie van de wolkenkrabber in Europa verliep moeizaam. Voor sommigen waren de 'olifant-gebouwen' destructief en ongeschikt voor onze oude steden. Anderen propageerden torengebouwen als 'echt nieuwe architectuur, die mooi is en perfect beantwoordt aan de noden en economische mogelijkheden van de 20ste eeuw'."‐ Fragment uit 'Hoger, Higher, Plus Haut. Panoramisch Antwerpen', 2006
De Boerentoren gold als extra blikvanger voor de Antwerpse Wereldtentoonstelling van 1930. Het stadsbestuur wenste een 'prachtige moderne stadswijk' in het centrum van de stad. Het bouwblok 'Schoenmarkt, Eiermarkt en Beddenstraat', dat tijdens WOI vernield was, leek de meest geschikte plek. In 1928 diende de Algemeene Bankvereeniging zich als bouwheer aan. De verkoop van de bouwgrond was in augustus 1928 rond, met de verplichting om een 'monumentaal gebouw in den modernen bouwtrant' op te richten.
De bank stelde Jan Vanhoenacker (1875-1958) en Jos Smolderen (1889-1973) aan als architecten. Vanhoenacker, vertrouwd met het hoogbouwvraagstuk door zijn deelname aan de architectuurwedstrijd voor de Chicago Tribune Tower in 1922, had de leiding over het project. De bijdrage van Smolderen bestond uit de inplanting en vormgeving van het bouwwerk. Stadsbouwmeester Emiel Van Averbeke (1876-1946), die met zijn schematische modellen de krijtlijnen had uitgezet voor het torengebouw, vervulde namens het stadsbestuur een adviserende en controlerende rol. De architecten werkten in 1928 en 1929 verschillende voorstellen uit. Dit ontwerpproces resulteerde in de bouwaanvraag die werd goedgekeurd op 14 februari 1930.
De funderingswerken startten in februari 1929. Het staalskelet werd opgetrokken tussen november 1929 en maart 1930. en tegen het najaar Van 1930 was het metselwerk zo goed als klaar.
"Er zijn in onze stad weinig zaken die zoo voortdurend de belangstelling gaande houden. Het publiek volgt den vooruitgang van de werken met een werkelijk fanatisme… Het is alsof iedereen zich persoonlijk wil overtuigen of heel dat ijzeren gevaarte op elkaar staat."‐ Anoniem, januari 1930
In maart 1932 verhuist de bank naar haar nieuwe kantoren. Van de beschikbare 3500 m² bouwgrond was aanvankelijk slechts circa 2300 m² bebouwd. Centraal aan de Schoenmarkt stond een toren van 24 verdiepingen hoog, bekroond met een waterreservoir en geflankeerd door twee lagere vleugels. Het volume in de Beddenstraat sloot hierbij aan. Achter de toren, geprangd tussen de twee vleugels, bevond zich een dubbelhoge ruimte bekroond met een grote lichtkoepel.
Het gebouw was niet alleen de nieuwe hoofdzetel van de bank, het was ook een grootschalig vastgoedproject. De bank nam slechts een tiende van de oppervlakte in. De meeste ruimtes in de toren en de zijvleugels waren huurkantoren en -appartementen. Het complex huisvestte ook verschillende winkels en horecazaken.
In de jaren 1960 werd het duidelijk dat het gebouw uitgeleefd was en de bank bijkomende ruimtes nodig had voor al haar activiteiten. Voor de eigenaar en de architecten Léon Stynen (1899-1990) en Paul De Meyer (1922-2011) was een nieuw torengebouw de oplossing voor deze problemen. Omdat hun voorstel voor een nieuwbouw op weinig bijval kon rekenen, kozen ze uiteindelijk voor een meer behoedzame aanpak. Het bestaande gebouw werd grondig gerenoveerd en aan de hoek Eiermarkt-Beddenstraat kwam er een nieuwe vleugel. In 1976 waren de werken voltooid. Het vernieuwde Torengebouw zou voortaan alleen nog door de bank zelf gebruikt worden, met uitzondering van enkele winkels op de gelijkvloerse verdieping.
"Deze bouwkunst is er een van de lyriek van het staal… Vandaar dat nog slechts het spel der rechte architectonische lijnen, met een voorkeur voor het vertikale is overgebleven. Geen nutteloze ornamenten, geen valsche esthetiek, alleen organisch, functioneele, ware schoonheid."‐ Jan Vanhoenacker, 1935
Wil je graag ter plaatse een archief inkijken?
Dit kan in ons Archiefhuis:
Parochiaanstraat 7
2000 Antwerpen
maandag t/m vrijdag: 09:00u-17:00u
Enkel op afspraak via architectuurarchief@vai.be
32 (0)3 202 04 83
weekend en feestdagen: gesloten
kerstsluit: 23.12.2024-01.01.2025
Het archief kan ook in groep bezocht worden. De aanvraag hiervoor gebeurt ten minste 3 weken op voorhand via architectuurarchief@vai.be.
Zoek en vind archieven binnen en buiten de VAi-Collectie op de VAi Archiefhub.
Snuister door meer dan 10.000 boeken in onze rijkgevulde bibliotheek