Hoe zullen we in de toekomst voor elkaar zorgen? Die vraag stellen de Vlaams Bouwmeester en Vlaams minister van Welzijn en Gezondheid aan zorgverstrekkers in 2012. Ze selecteren Coda in Wuustwezel als een van de pilootprojecten om een antwoord op die vraag te onderzoeken.
Coda biedt gespecialiseerde zorg voor terminale patiënten en ondersteuning aan hun naasten. Een interdisciplinair ontwerpteam met onder andere de huidige directeur Alex de Kind en noAarchitecten, gaat op zoek naar vernieuwende zorgmodellen. Zo ontstaat een grensverleggend ontwerp dat de gevonden kloosterarchitectuur letterlijk vertaalt en mensen elkaar laat vinden.
Als een (t)huis
Coda is een klein vertrouwd dorp. Acht ruime gastenkamers zijn georganiseerd als rijwoningen aan een straat, met wilde sfeervolle besloten tuinen van Jan Minne. Voor de oriëntatie en typologie van de nieuwe gebouwen laten de ontwerpers zich inspireren door de kloosterboerderij waarvan enkel de schuur overblijft. Een rode planken ‘voordeur’ met huisnummer per kamer heet je welkom. Aan de achterkant heeft het dak een oversteek en ontsluit zo een ingetogen buitenruimte per unit. Gasten kunnen zelfs hun bed naar buiten (laten) rollen. De prachtige kruidentuin op de voorgrond en de uitgestrekte velden op de achtergrond spreken tot de verbeelding.
Lente, zomer, herfst of winter
Coda is een plek waar je de seizoenen beleeft, maar wat als je er het volgende seizoen niet meer bent? “Hier gaan mensen dood”, zegt Alex de Kind rechtuit. Maar hij beklemtoont dat Coda véél meer is dan dat. Het wél-zijn staat hier centraal dankzij een continu zorgproces. Naast de hospice zijn er gastenkamers voor kortere verblijven, een dagcentrum, een lokaal dienstencentrum en café, actieve rouw- en thuiszorg waarin vrijwilligers een hoofdrol spelen.
Dit is niet zomaar een plek waar mensen sterven en afscheid nemen. Nergens wordt zo intens geleefd als hier.
- Marie Moors