Onder impuls van stadsarchitect De Pau schreef de stad Eeklo een opdracht uit voor de bouw van een polyvalente zaal, uitgebaat door de jeugddienst. Dezaal zou voornamelijk fungeren als ‘speelhal’ voor de lokale jeugd, maar evengoed wilde men de ruimtes tijdelijk aan verenigingen of particulieren kunnen verhuren. Alleen een organisatie voor buitenschoolse kinderopvang zou hier permanent onderdak krijgen.
Zonder uitspraak te doen over hoe dit alles eruit moest zien, had de stad in haar opdracht de grote lijnen van het ontwerp al vastgelegd. Het moest een nieuwbouw worden van 30 bij 30 meter en 8 meter hoog, geplaatst over een plein zo groot als een basketveld. Aan de lange zijden van het veld wilde de stad een aantal ‘cellen’ gebouwd zien, die zowel langs de buitengevel als vanop het binnenplein bereikbaar en afsluitbaar moesten zijn. Verder beschreef de stad een open verdiepingsniveau boven deze cellen, in rechtstreekse relatie met het plein. Bovenaan moesten de gevels voldoende daglicht toelaten, terwijl de onderste strook van 3,60 meter voornamelijk gesloten moest blijven en ‘tegen een stootje moest kunnen’.
Dit is precies wat er vandaag staat. Architecten hebben heus geen carte blanche nodig om hun artistieke aspiraties waar te maken, althans de Brusselse U® architecten niet. In hun ontwerp hebben ze rekening gehouden met de restricties in het bouwprogramma, de wetgeving en het budget. Daarnaast zetten ze uitdrukkelijk een aantal parameters in om tot een architecturaal geheel te komen: belevingswaarde, sfeer, uitstraling en relatie met de context. Die context was trouwens niet meteen een cadeau, hoewel daarom niet minder interessant. Het perceel ligt in een soort publieke achtertuin, weggedrongen tussen een plattelandsverkaveling en een reeks sportvelden aan de rand van de stad. Geheel naar Vlaamse traditie staan hier jeugdlokalen, clubhuizen, bungalows, schuurtjes en afdaken bij elkaar.
Gewichtige architectuur is hier niet op zijn plaats, aldus de ontwerpers. Het nieuwe gebouw doet dan ook geen enkele poging deze charmante constellatie te intimideren. Integendeel, het heeft er eerder juist aansluiting mee gezocht. Zonder deze omgeving te verheerlijken werd het eigene ervan in het nieuwe gebouw gerespecteerd. Het is wat het is, een soort accident in de natuur.
Rudimentair in heel zijn verschijning, biedt het gebouw de aanblik van een grote schuur. Het heeft een solide, betonnen plint met spaarzame raamopeningen, deuren en schuifpoorten in gegalvaniseerd staal. Dak en bovengevel zijn opgehangen aan een stalen draagstructuur. Buitenaanleg is zo goed als onbestaand. De afwerking binnenin ligt in dezelfde lijn: op de gelijkvloerse verdieping een vloer in gepolijst beton, wanden in gemetselde betonblokken en met zichtbaar gelaten leidingen voor de nutsvoorzieningen. Op de verdieping zijn de vloeren en gesloten gevelvlakken bekleed met OSB-platen (oriented strand board), een houten plaatmateriaal waarvan de spanen georiënteerd zijn. Manshoge stalen hekken verhinderen dat er ook maar iets naar beneden kan stuiteren.
Het is de bovengevel die het gebouw subtiliteit en ‘duiding’ verleent. Achter een bekleding van groene, polyester golfplaten ligt een onregelmatig dambordpatroon van zwarte isolatiepanelen en transparante platen van polycarbonaat. Door de speling van het licht suggereert deze gevel dat in dit gebouw meer en andere activiteiten plaatsvinden dan men in een modale schuur zou verwachten. Deze folly was geen doel op zich, maar ontstond uit de interpretatie van en het spelen met de parameter van de vereiste isolatiewaarde van de gevel. Die waarde is steeds een gemiddelde en laat dus toe om gevelvlakken met hoge en lage isolerende eigenschappen afwisselend toe te passen. Gerieflijk in heel zijn hoedanigheid, onbepaald en onbeperkt in zijn gebruik en vrij van al wat overbodig is, staat hier een gebouw waar men nog jaren plezier van zal hebben.
- Raf Snoekx
Sportlaan 25
9900 Eeklo
België
10-2002