De kenmerkende hoogbouw in veel Vlaamse steden werd lang beschouwd als een relict uit een ver verleden. Dit grote woningbestand, opgetrokken in de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw, wordt tegenwoordig geconfronteerd met materieel verval. Lang zag men sloop en wederopbouw als de enige mogelijke oplossing. De laatste jaren wordt deze aanpak echter steeds vaker in twijfel getrokken. Er is ook een groeiende bezorgdheid over de enorme hoeveelheid afval die de sloop van dergelijke woningen inhoudt. Als reactie daarop begonnen sommige sociale huisvestingsmaatschappijen alternatieve wegen te verkennen.
Een eerste
experiment met de renovatie van een sociaal woonblok in Vlaanderen vinden we in het Nekkersputgebouw in Gent, door Dierendonckblancke architecten en L.U.S.T. architecten. Beide bureaus leverden onlangs een proefproject op voor de retrofit van moderne woningen. Het woonblok uit de vroege jaren 1970 ligt in het noordoosten van Gent, net voorbij de binnenring. Het oorspronkelijke gebouw van acht verdiepingen werd typologisch gekenmerkt door twee verticale circulatiekernen die per verdieping elk toegang gaven tot vier appartementen met uitzicht aan een kant. Gezien de oriëntatie van het gebouw waren de ramen van elk appartement dus ofwel op het oosten ofwel op het westen gericht. De aanpak van de architecten bestond erin alle secundaire scheidingswanden in het gebouw te verwijderen. Dit gebeurde met behoud van de betonnen hoofdstructuur van dwarse draagmuren en horizontale platen, waaraan nog een lange levensduur werd toegeschreven. Door de gebouwen te strippen, wisten de architecten het potentieel van het bestaande betonnen geraamte te optimaliseren met een veel rijkere mix aan woontypes. Dit deden ze door grotere duplexeenheden te combineren met kleinere studio’s. In dit gebouw met een karakteristieke herhaling van identieke appartementen slaagden de architecten erin ruimte te besparen door de horizontale circulatie tot slechts drie van de acht verdiepingen te beperken. Op die manier verkregen ze binnen hetzelfde volume een rijker aanbod aan duplexeenheden, die elk beschikken over ramen aan beide gevels en binnen het ruimtebestek van een flat eigenschappen vertonen die normaal in gezinswoningen worden aangetroffen. De verschillende appartementstypen komen tegemoet aan de demografische vereisten van de huidige bewoners van sociale woningen (sociale huisvestingsmaatschappijen moeten steeds vaker zowel kleine als grote gezinnen zien te huisvesten). Ze geven de nieuwe eenheden ook meer privacy, meer licht en flexibelere plattegronden waarbinnen de dagelijkse activiteiten kunnen plaatsvinden. Elk van de grotere eenheden wordt gekenmerkt door een woonkamer van gevel tot gevel, met de keuken in het midden. Zo is de woonkamer geen aparte ruimte meer, maar krijgt ze een centrale rol in het dagelijkse huishouden. Naast deze compleet nieuwe typologie werd het gebouw opnieuw bekleed met een nieuwe, lichtgekleurde bakstenen gevel. Verder voegden de architecten een lichte balkonstructuur toe die alle appartementen aan de westelijke gevel van een buitenruimte voorziet en ze bouwden twee nieuwe volumes met extra wooneenheden.
Deze eenvoudige maar radicale ingrepen gaan verder dan het louter renoveren en opwaarderen tot de hedendaagse normen van een in verval geraakt huizenblok. Ze bieden instrumenten die als inspiratie kunnen dienen voor ingrepen in ander soortgelijk modern woonerfgoed. Bovendien laten ze zien dat grootschalige moderne woonarchitectuur niet iets uit het verleden is, maar veeleer een onvoltooid project dat opnieuw moet worden uitgevonden.
- Martino Tattara
Dit project is gepubliceerd in het Architectuurboek Vlaanderen N°15. Allianties met de realiteit
SHM De Gentse Haard
Nekkersputstraat 61/187
9000 Gent
België
2020