Het Steen heeft een relatieve iconische waarde. Vroeger vormde het met de aanpalende vismarkt het hart van de historische kern van Antwerpen, maar sinds de jaren 1890 stond het er nogal verweesd bij. De vismarkt verloor zijn functie en Het Steen kwam geïsoleerd aan de lange kade van de rechtgetrokken Schelde te liggen. Later werd de kade een openbare ruimte, met een park dat toegang gaf tot de wirwar van torentjes en huizen die Het Steen vormden. Het geheel leek op een versterkte burcht die in de loop der tijd was gegroeid uit diverse grote en kleine, onderling afhankelijke structuren die onder meer een museum en ooit zelfs een gevangenis huisvestten. Uiteindelijk werd Het Steen verder van het stadsweefsel afgesneden door wegen en spoorlijnen die parallel met de rivier liepen. Halverwege de twintigste eeuw kwam er nog een aanbouw bij die het quasi middeleeuwse karakter van het complex in de wind sloeg. Het gevoel van vervreemding en tanende relevantie van het gebouw werd hierdoor nog verder versterkt.
noAarchitecten restaureerde de kernelementen van Het Steen, verwijderde de recentste toevoegingen en verving die door gestapelde nieuwe volumes en een toren. Op het kadeniveau bevindt zich de ontvangstruimte voor ontschepende cruisepassagiers. De verdiepingen bieden een reeks zalen voor het Antwerpse bezoekerscentrum, die aansluiten op de diverse ruimten en doorkijkjes van het oorspronkelijke bouwwerk. Van buitenaf gezien zijn de nieuwe bouwelementen toegevoegd aan en versmolten met de bestaande bebouwing, geheel in lijn met de ad hoc wijze waarop het origineel tot stand kwam. De vernieuwde omwalling doet denken aan Edwin Lutyens’ Castle Drogo, waaraan al werd gerefereerd in de inzending voor de Open Oproep. Voor het materiaal van de gevels werkte noArchitecten samen met kunstenaar Pieter Vermeersch. Hij combineerde bakstenen in verschillende tinten om zowel natuurlijke verwering als de geïmproviseerde assemblage van het bestaande complex met de aanbouwen te suggereren.
De ruimtelijke en materiële kwaliteit van de interieurs insinueert duurzaamheid. De ruimten zullen blijven bestaan lang nadat hun huidige gebruik is verdrongen door de behoeften van opeenvolgende generaties. Kenmerkend op het gelijkvloers zijn de terrazzovloeren, de betonnen kolommen en plafonds, de bakstenen muren en de ventilatieschachten die lijken op schoorstenen met grote open haarden. Op de verdiepingen is het palet lichter: eiken vloeren, gepleisterde muren en plafonds; en helemaal boven: eiken vloeren en plafonds met houten balken. In alle zalen neemt een scala aan eiken meubilair – van vitrine- en vergadertafels tot zitjes om op uit te rusten en naar de rivier te kijken – een bijna monumentale plaats in. Ze zijn ontworpen voor het nageslacht.
Het project streeft naar een aannemelijk geheel waarin de toevoegingen niet alleen essentiële kenmerken delen met de historische kernstructuur, maar qua vorm en materiaal eerder vermengd lijken met het ‘origineel’. De willekeurige uniformiteit wordt weerspiegeld, de indeling bevestigt de heterogeniteit van de samenkomende structuren. Zelfs de ramen dragen hiertoe bij. Of ze nu van stenen lijstwerk voorzien zijn of ‘ruwe’ openingen in gemetselde muren zijn, ze lijken vooral te zijn geplaatst in relatie tot de denkbeeldige uitzichten op de Schelde. In hun substantie, materialiteit en vorm laten de ramen een zekere autonomie zien ten opzichte van de programmatorische vereisten, in lijn met het ontwerp van de ruimten. Ze worden immers in relatie geplaatst met de buitenwereld en moeten de zintuigen prikkelen. De diepe vensteropeningen zijn evenzoveel plaatsen waar men kan pauzeren, kan neerzitten om de stad en haar omgeving te observeren. De visie van de architecten op alle aspecten van de restauratie van de bestaande ruimten is veelzeggend: permanente omgevingen creëren voor een eindeloze opeenvolging van gebruiksvormen, gebruikers en interpretaties.
- Mark Pimlott
Dit project is gepubliceerd in het Architectuurboek Vlaanderen N°15. Allianties met de realiteit
AG Vespa
Steenplein 1
2000 Antwerpen
België
2021