Toen Koning Leopold II in 1876 de eerste plannen voor een Oostends stadspark liet tekenen, had hij het Bois de Boulogne voor ogen. Vier decennia nadat George- Eugène Haussmann van dat onveilige Parijse randgebied met succes een idyllisch landschapspark had gemaakt, werd in de zuidoostelijke rand van Oostende in 1892 het Maria Hendrikapark geopend. Vier jaar later verdubbeld het park in oppervlakte, maar na de Tweede Wereldoorlog kromp het door de bouw van het Heilig Hartziekenhuis en nieuwe verkavelingen aan de zuidelijkerand weer drastisch in.
Anno 2003 positioneert het Maria Hendrikapark zich niet langer in de marge van de stad, maar strekt het zich als een 37 hectare grote groene lob uit tussen de binnenstad, de haven en de buitenwijken van Oostende. Die ligging zette niet alleen de mogelijkheid, maar ook de noodzaak van een stedelijke groene long op de agenda. Voorwaarde was een betere aansluiting van de groenzone op haar omgeving. In het noorden vormde de Graaf de Smet de Nayerlaan als belangrijkste invalsweg een echte barrière tussen park en stad. Ook een grondige renovatie van het park drong zich op. Sinds de uitbreiding in 1896 werden wijzigingen systematisch ingegeven door fragmentarische ontwikkelingen die van buitenaf ingrepen op het park, dat er intussen oubollig en onverzorgd uitzag. Daarom vroeg de stad Oostende het studiebureau Technum een globaal inrichtingsplan uit te werken, dat als basis moest dienen voor de herwaardering van het groengebied.
Twee belangrijke insteken inspireerden dat plan. Eén: de historische troeven die het park nog steeds te bieden heeft. Twee: de herinrichting van de Graaf de Smet de Nayerlaan die het park in de stad laat ‘overvloeien’. Door de jaren heen is het Maria Hendrikapark een divers publiek blijven aanspreken. Het geheel splitst zich op in drie gedifferentieerde zones rond evenveel waterpartijen, elk met een eigen karakter en gebruik. Technum speelde dat gegeven uit en versterkte het. Onderling worden de drie parkdelen verbonden door een zogenaamde ‘aleph’. Dat is een binnenring in betonverharding die de delen expressief zigzaggend aan elkaar linkt. Tentakels van de aleph in asfalt maken op hun beurt de connectie tussen de aleph en de hoofdtoegangen aan de rand van het parkdomein. De aleph en de tentakels vormen een netwerk van hoofdpaden dat moet aansluiten op bestaande trajecten in de nabije omgeving of er op een herkenbare manier begint.
De hangbrug over de Koninginnevijver van 360 Architecten naar het concept van Technum vormt een cruciaal element in de nieuwe parkinrichting. Naast het feit dat zij de hoofdtoegang direct met het hart van het park verbindt, illustreert de vormgeving de basisidee die sturend was voor de aanpak van de hele site. Dat het een hangbrug zou worden die voetgangers en fietsers snel van het toegangsplein aan de kant van de stad van en naar de aleph zou sluizen, stond vast. De brug moest maximaal opgaan in haar omgeving en het brugdek moest in steen worden uitgevoerd, als een visuele voortzetting van de hoofdpaden. Bovenop deze randvoorwaarden kwamen de situationele beperkingen. Eens de beslissing er een hangbrug van te maken genomen, begonnen pragmatische bekommernissen het ontwerp te sturen: een noodzakelijke hoogte voor de passage onder de brug zowel op het water als op de oever, een maximaal hellingspercentage voor fietsers en een maximaal haalbare doorhanging van het brugdek: ‘alsof het pad doorloopt over het water’. Om dat effect te krijgen, vormen vier staalkabels een natuurlijke kettinglijn over 72 meter, waar stalen cassettes overheen liggen. Deze cassettes ondersteunen op hun beurt een passtuk in prefabbeton.
De onderkant van de brug laat de constructie expliciet zien. De balustrades verlengen zich geschrankt en lopen op die manier het landschap van het park in, terwijl ze door het forse profiel van hun houten handgrepen de passant verleiden tot stilstaan en uitkijken. Het pad begint in een woonwijk achter het park, meandert door het groen, zweeft in één doorlopende beweging het water over, landt op het toegangsplein en mondt uit in de brede wandellaan naar het hart van de stad. De brug over de Koninginnevijver, met haar vloeiende hanglijn en de in het park doorlopende leuning, visualiseert mooi de schwung en het genot van het naadloze, aangename traject.
Caroline Goossens
Stadsbestuur Oostende
stabiliteit: Technum Stabiliteit
Van Britsom
315 m²
700000 €, excl. BTW