Op 28 mei 2013 is in het STAM in Gent de databank van het archief van ontwerper Maarten Van Severen gelanceerd. Dit evenement was het slot van een driejarig inventarisatieproject van The Maarten Van Severen Foundation, waarvan het CVAa partner was. Met deze databank is het archief van Maarten Van Severen voortaan doorzoekbaar voor onderzoekers, nieuwe generaties ontwerpers en liefhebbers van zijn werk. De databank is gekoppeld aan een beeldbank, die elk projectdossier uit het archief meteen illustreert. Bezoekers kunnen een project opzoeken in de databank en vervolgens het archiefdossier opvragen en bekijken in de leeszaal van De Zwarte Doos. Het project was mogelijk dankzij een subsidie van de Vlaamse Overheid.
Maarten Van Severen (1956-2005) was de meest succesvolle Belgische ontwerper van zijn generatie. Hij begon midden jaren 1980 met het ontwerpen van meubels omdat hij elders zijn gading niet vond. Hij maakte zich een uitgepuurde vormentaal eigen en een groot respect voor de eigenheid van materialen. Aanvankelijk produceerde hij de meubels in zijn eigen atelier in Gent. In 1999 ging hij in zee met het meubelbedrijf Top-Mouton, zodat hij meer tijd kreeg voor interieurprojecten. Hij kende een vruchtbare samenwerking met het bekende architectenbureau Office for Metropolitan Architecture (OMA) van de Nederlander Rem Koolhaas, die onder meer resulteerde in de inrichting van de Woning Lemoine in Floirac in 1999. Zijn eerste eigen architectuurproject realiseerde hij vlak voor zijn dood met het keukenpaviljoen voor de broers Boxy in Deurle. Zijn meest bekende meubelontwerp is de .03, een stoel die sinds 1998 in productie is bij Vitra. Sinds dit jaar zijn de meubels die aanvankelijk door Top-Mouton/Aiki werden gemaakt in productie bij het Nederlandse bedrijf Lensvelt.