De jury oordeelde dat Office Kersten Geers David Van Severen met ‘After the Party (1907-2007)’ een helder architectonisch, veelzijdig duidbaar en fysiek confronterend antwoord gaf op de gegeven vraagstelling van Küng. Het project is een hommage aan het historisch paviljoen en stelt het in zijn meest pure vorm tentoon als monument, van alle zijden toegankelijk, leeg en ontdaan van alle secundaire toevoegingen. Dit wordt bereikt door een metershoge betonnen muur, die de bezoeker op de promenadeweg het eerste zicht op het paviljoen onttrekt.
Deze architectonische omheining omkadert datgene wat tentoongesteld wordt: het Belgisch paviljoen. Tussen de oude gevels en de nieuwe muren, de bestaande zalen en de tuin ontstaat en nadrukkelijke wisselwerking en omkering van binnen- en buitenruimte. Gelijkmatig verstrooide confetti op het nieuwe perceel moet deze indruk versterken.
De monumentale begrenzing van Office Kersten Geers David Van Severen stelt niet alleen actuele politieke, sociale of economische kwesties ter discussie, maar roept ook een sentimenteel gevoel van een afgelopen feestje op, de viering van de honderdste verjaardag van het paviljoen die nooit heeft plaatsgevonden.
Naast het uit te voeren project van Office Kersten Geers David Van Severen worden in Venetië ook alle andere ingezonden wedstrijdvoorstellen getoond in een afzonderlijke ruimte. Een speciale uitgave van A+, Belgisch tijdschrift voor architectuur, zal tevens het werk van alle bij dit proces betrokken architecten presenteren. Meer bepaald:
Op deze manier zal een nieuwe generatie jonge Belgische architecten onder de aandacht van het internationale publiek gebracht worden.
In augustus 2008 stellen we u het randprogramma dat tijdens het openingsweekend (do 11, vr 12, za 13 september 2008) plaatsvindt, voor. Onder andere staat een debat met de internationale juryleden op het programma, samen met een Vlaams dj-set.
Moritz Küng curator Belgisch paviljoen
Het Belgisch paviljoen – dit jaar bespeeld door de Vlaamse Gemeenschap – wordt ingericht naar een idee van curator Moritz Küng, programmator in deSingel internationale kunstcampus Antwerpen. Uitgangspunt voor hem was de retorische vraag hoe architectuur überhaupt tentoongesteld kan worden. Hij schreef een wedstrijd uit onder dertien jonge Vlaamse architectenbureaus. Deze maakten alle deel uit van de tentoonstellingsreeks ‘35m³ jonge architectuur’ in deSingel (2005-2008).
De projecttitel ‘1907’ verwijst enerzijds naar het bouwjaar van het Belgisch paviljoen. Het eerste gerealiseerde landenpaviljoen in de Giardini werd ontworpen door de Brusselse architect Léon Sneyers (°1877-1949, leerling van art nouveau architect Paul Hankar). Anderzijds komt het getal ‘1907’ ok overeen met het paviljoenvolume in m² en refereert zo expliciet aan een ruimtelijke realiteit. Küng stelt op deze manier de context als kritische massa centraal en koppelt er een concrete wedstrijdopgave aan: “Geef aan het bestaande gebouw en binnen zijn directe omgeving een architecturale bestemming en functie, die met betrekking tot de ligging (openbaar park), de status (culturele ambassade), de geschiedenis (historiek) en/of de context (een internationaal architectuurplatform) op schaal 1:1 beleefbaar is”. Het project van Küng zal dus geen maquettes of plannen tonen, maar architectuur als ervaarbare realiteit op schaal 1:1 creëren.
Een internationale jury, bestaande uit de architecten Petra Blaisse (NL, Inside Outise, o.a. Casa da Musica Porto ism. OMA), Mike Guyer (CHY, Gigon & Guyer, o.a. Ludwig Kirchner Museum Davos), Anne Lacaton (F, Lacaton & Vassal, Palais de Tokyo Parijs), redacteur Stefan Devoldere (hoofdredacteur A+) en adviseur Adinda Van Geystelen (raadgever Minister Anciaux), duidde begin februari unaniem de inzending van het architectenbureau Office Kersten Geers David Van Severen als winnaar van deze wedstrijd aan.