Woongebouw

Het perceel in de buurt van de Gentsesteenweg heeft een ongewone configuratie: aan de straatzijde heeft het de breedte van een conventionele rijwoning, dieper op het terrein vouwt het perceel zich achter de buurwoning. De opdrachtgevers zagen in de uitzonderlijke vorm de mogelijkheid om drie stadswoningen en een grote tuin te realiseren. Eén woning is voor hen, de twee andere woningen werden verkocht.

Het ontwerp bemiddelt tussen de sterk verschillende volumes van de aanpalende panden. Het appartementsgebouw aan de oostzijde van het perceel behoorde een verspringing van de bouwlijn in de voorgevel op te nemen. In de loop van het ontwerp werd dit aan de architecten Els Claessens en Tania Vandenbussche doorgespeeld met onduidelijke juridische randvoorwaarden als gevolg. Het ontwerp speelt hierop in: de voorgevel plooit de hoek om zodat het zichtbare deel van de zijgevel samen met de voorgevel een volwaardige hoekoplossing biedt.

Aan de straatkant wordt gelijkvloers de volledige perceelsbreedte onbebouwd gelaten. Op die manier worden verschillende kwaliteiten gecombineerd. Er wordt plaats geboden voor het parkeren. Het binnenkomen en het wonen, hoewel achterin gelegen, worden zeer zichtbaar vanaf de straat. Het doorzicht naar de tuin is een meerwaarde voor de straat.

De bestaande betonverharding in de stadstuin werd niet opgebroken, maar met diamantslijp en boorhamer verbrokkeld tot een verdoken tuin'. Hier is plaats voor lage spontane vegetatie. Het hoger gelegen stuk van de tuin werd herschapen tot een podiumtuin'. Hier werden 2 zwepenbomen aangeplant in een vlak grindgazon.

Dit gebouw is gepubliceerd in het Architectuurboek Vlaanderen editie 2014. Architectuur middenin. De tekst werd ons aangeleverd door het architectuurbureau.