Park Spoor Noord
Copyright
STUDIO ASSOCIATO BERNARDO SECCHI PAOLA VIGANÒ, BUREAU VANDEHOEK, COENEGRACHT EN KROMWIJK - ANTWERPEN

Park Spoor Noord

(...) Het Antwerpse Park Spoor Noord kon rekenen op een grote persbelangstelling. De meeste aandacht ging uit naar de communicatie-, promotie- en participatiestrategieën die ontwikkeld werden in samenspraak met de ontwerpers, de stad Antwerpen en de buurtbewoners. Er was veel lof voor de succesvolle aanpak van de stad, die inging tegen de commerciële verwachtingen van de spoorwegmaatschappij. Die had immers plannen op tafel gelegd voor een bouwprogramma van 480.000 m2. Het park werd ook geprezen
omdat het heel populair bleek bij de gebruikers. Maar vreemd genoeg is er nog maar weinig kritisch onderzoek gevoerd naar wat voor de hand lijkt te liggen: het parkontwerp zelf. De meeste commentaren op het ontwerp maken gebruik van de bewoordingen van de ontwerpers zelf, kopiëren klakkeloos het intellectuele discours van Secchi en Viganò en hanteren gesofisticeerde begrippen zoals ‘porositeit’, ‘ecologie’ en ‘isotropie’.

Het Park Spoor Noord is opgevat als ‘een tuin voor de buurt, een park voor de stad’ en vertrekt van Secchi en Viganò’s bredere concept dat Antwerpen zowel een reeks dorpen als een metropool is, waarbij ze een aloud adagium van het planningdiscours nieuw leven inblazen. De lege postindustriële site van het voormalige rangeerstation vormde een barrière in het noorden van Antwerpen. Het was de bedoeling om van het geheel een tussenzone te maken, een gemeenschappelijk territorium, een sociale en vrije ruimte, een soort cultureel reservoir — en een bijna ultieme res publica. Het park moest een verbinding vormen tussen de woonwijken Dam, Stuivenberg en Seefhoek, die van elkaar en van de stad afgesneden waren door de spoorweg. Daarom, zo stellen Secchi en Viganò, bestond de uitdaging erin om het gebied te transformeren van plooi tot weefsel, van breuk tot ruggengraat en van barrière tot hefboom. Toch zou men kunnen inbrengen dat het ontwerp van de site veel meer te maken heeft met het bedwingen en sturen van levende systemen dan met formele compositie en clichématige natuurbeelden, die met opzet vermeden werden. Het ontwerp past binnen het genre van parken waar men een nieuwe cultuur van de plaats in relatie tot de natuur wil creëren (een notie die geëxpliciteerd wordt
door Desvigne). In dat opzicht zou men kunnen stellen dat het terrein herschapen werd in een ‘levende kunstvorm’ — een die langzaam evolueert en die het meer moet hebben van cultivatie, processen en verandering in de tijd, dan van esthetica en al te sterk
vastgelegde vormen.

Tegelijkertijd vertrekt het ontwerp van Park Spoor Noord van een helder algemeen concept. De site is uitermate leesbaar gemaakt. De ‘kop’ aan de westzijde, een zone van 6 hectare langs de Noorderlaan en de Leien, is gereserveerd voor gemengde commerciële en residentiële ontwikkeling. De dichtbebouwde kop vindt een tegengewicht in de relatieve leegte van de 18 hectare grote ‘staart’, het eigenlijke park, dat twee keer zo groot is als het negentiende-eeuwse Antwerpse stadspark langs de Leien. Het grote langwerpige, hellende grasperk van de staart loopt in het oorspronkelijke plan door tot in de kop en is in totaal 1,6 kilometer lang en gemiddeld 150 meter breed. De staart wordt aan de zuidkant afgeboord door een artificiële topografie met een zacht hellend reliëf. In het ontwerp krijgt het park ook nog een uitloper aan de westelijke kop. Een groene helling en een ‘parkbrug’ verbinden Park Spoor Noord met het Eilandje. Deze brug, een ontwerp van Laurent Ney, zal gebouwd worden in 2012, samen met de nieuwe campus voor 3.000 studenten van de Hogeschool Antwerpen. Om het oostelijke deel van het park te verbinden met de Damwijk in het noorden, werd er ook een kleine tunnel onder de spoorweg aangelegd. De noordrand van het park is gedeeltelijk met een hek afgesloten en wordt gekenmerkt door hergebruikt industrieel erfgoed, zoals hangars, twee watertorens, spoorwegviaducten en spoordijken. Het door Stramien smaakvol aangepaste locomotiefdepot is het grootste volume van het park. De lange bakstenen zijmuren zijn geperforeerd met nieuwe raamopeningen, terwijl de kopmuren afgewerkt zijn met een stalen hekwerk dat zich kan openen naar het park. Binnenin is het gebouw volledig gerenoveerd. De elegante gietijzeren zuilen zijn mooi opgefrist, de sheddaken zorgen voor een spectaculaire lichtinval en in de vloer van beton en hout zijn rails aangebracht waarop tien mobiele stalen units staan. (...)

Het netwerk van paden smeedt de diverse delen van het park tot één geheel en markeert het reliëf op de doorlopende lange vlakte. De begroeiing werd beperkt tot grote boomgroepen, die spelen met het perspectief van de
bewegende bezoeker. Struiken zijn vermeden vanuit een paranoïde veiligheidsdenken en omwille van de keuze voor lange zichtlijnen. Het gebrek aan parkeerruimte in de onmiddellijke buurt wordt opgevangen door de aanleg van parkeerzones bij de ingangen. Hier rijst uiteraard de vraag waarom het park niet begint bij de voorgevels van de omliggende gebouwen, met parkeerplaatsen in de bijzonder brede buurtstraten. Dat zou het isolement van de naburige wijken daadwerkelijk opheffen. (...)

Auteur: Kelly Shannon

Projectdetails

OPDRACHTGEVER:
AG Stadsplanning
STUDIEBUREAUS:
studiebureau structuren: BAS bvba, studiebureau technieken: Atelier Ruimtelijk Advies bvba
HOOFDAANNEMERS:
Antwerpse Bouwwerken nv
OPPERVLAKTE:
180000 m²
TOTALE BOUWKOST:
2000000 €, excl. BTW
TOTALE BOUWKOST PER M2:
580 €, excl. BTW
PERMALINK:

Meer gebouwen