Torens fascineren en beroeren. Vaak worden ze als subliem ervaren, soms als aanstootgevend. Torens zijn ook dominant, een van ver zichtbaar kenmerk van een plek. Ze geven er een eigen identiteit aan. Maar torens zijn niet enkel beeldbepalend. Ze functioneren ook als oriëntatiepunt en tijdwijzer, hebben dikwijls een symbolische betekenis en visualiseren de economische, maatschappelijke en technische ontwikkelingen.

Het begrip toren dekt vele ladingen. Vuurtoren, kerktoren, televisietoren, woon- of kantoortoren… het aanbod is groot. Tegenwoordig zijn torens steeds meer het symbool van hoogbouw.

Dirk Laureys, collectiebeheerder

Anoniem ontwerp voor een vuurtoren, begin 19de eeuw

Emiel Van Averbeke, ancien-régimehuistoren in Antwerpen, zonder datum

Jos Smolderen, de Boerentoren in Antwerpen, 1928

Jan Vanhoenacker en Albert Dankelman, de Botanique Palace in Brussel, 1934

René Van Steenbergen, academieontwerp voor een restaurant, circa 1933

Joseph-Louis Stynen, wedstrijdontwerp voor een hotel in Afrika, 1933

Henry van de Velde, Léon Stynen en Victor Bourgeois, Belgisch paviljoen voor de wereldtentoonstelling in New York van 1939

Lou Jansen, afstudeerproject Plantentuin in Meise, 1960

Gustave Magnel en Léon Stynen, Toren der Televerbindingen voor Expo 58 in Brussel, circa 1955

Renaat Braem, Jul De Roover en Maxime Wijnants, de Politietoren in Antwerpen, jaren 1960

Léon Stynen, Paul de Meyer en Joseph Reusens, BP building in Antwerpen, circa 1963