Een trap heeft in de eerste plaats een praktische functie, als verbinding tussen twee ruimtes die verschillen in hoogte. Hij is dus essentieel voor de circulatie in een gebouw. Hierdoor speelt de trap een hoofdrol in de culturele perceptie van gebouwen. Deze wisselwerking zorgt voor een grote variatie; van steektrappen over bordes-, spil- en wenteltrappen, tot het ontstaan van traptorens en trappenhuizen. Technische evoluties leiden tot een grote verscheidenheid in materiaalgebruik, zoals beton en aluminium, en de uitvinding van nieuwe trapsystemen, zoals de roltrap in de 19e eeuw.
Zowel de verschillende functies van een trap als de impact ervan in de beleving van een gebouw verklaren zijn belang in het ontwerp.