WZC 'de zeventorentjes' te Assebroek

De inplanting van het gebouw, centraal op het bouwterrein, vloeit voort uit de vorm van het terrein zelf en de beperkingen ervan opgelegd door de aanwezige erfdienstbaarheden, het openlaten van de mogelijkheid een fietspad en autoweg aan te leggen, de toegankelijkheid- en ontsluitingsmogelijkheden. De beperkte oppervlakte noodzaakt bijkomend voor een compact gebouw met een zo klein mogelijke terreinbezetting (voetprint).

Globaal gezien kan men de programmapunten opsplitsen in twee groepen. Met in de ene groep de bewonerskamers, gegroepeerd in leefgroepen en de hierop aansluitende dienstverlenende functies, en in de andere groep al de rest (administratie, personeelsruimten, polyvalente zaal, keuken en aanverwante, enz…). De programmagroep rond de bewoners werd geplaatst op de verdiepingen, de andere groep werd op het gelijkvloers ingeplant. Als bindend element tussen deze twee groepen maar ook binnen de groepen hanteert men het begrip 'kerngebied'. Deze scheiding wou men ook tot uiting brengen in de architectuur van het gebouw. Door de splitsing ontstaat de mogelijkheid de groepen elk op hun eigen eisen te evalueren waardoor er betere oplossingen en antwoorden kunnen gegeven worden. Vanuit deze benadering wordt het gebouw omschreven als een geheel, een complex van diverse gebouwen. Het grondplan wordt ingevuld door verschillende dienstverlenende, logistieke functies. Dit resulteert in diverse volumes gegroepeerd rond het kerngebied. Dit bebouwd grondvolume is als een sokkel voor de bewonersverdiepingen erboven. Het oppervlak en inplanting van de sokkel komt geenszins overeen met de bewonersverdiepingen. Deze worden ingeplant en georiënteerd volgens eigen behoeften.

De sokkel wordt ingebed in een groene omgeving. Het groen wordt ook op de daken gebracht zodat het zicht vanuit elke kamers groenig is. Van op afstand bekeken zal de sokkel voor een groot deel opgenomen worden in de groene omgeving en zullen de bewonersblokken als zelfstandige volumes herkenbaar worden, waardoor het gebouw minder massief overkomt.

Alle functies op het gelijkvloers worden gegroepeerd rond een centrale ruimte waarin zich de inkom bevindt en van waaruit alle andere functies bereikbaar zijn. Wat hier het kerngebied wordt genoemd, is niet te omschrijven als één functie of éénduidige ruimte maar meer als een verzameling van verschillende functies en ruimten die elkaar aanvullen en als geheel een sleutelpositie binnen het rustoord hebben. Het kerngebied ligt op het kruispunt van de verschillende horizontale en verticale circulatielijnen en omvat de trappen en de liften en is terug te vinden op alle verdiepingen. Het vormt de verbinding met de bewonersleefgroepen, functies als administratie, keuken, personeelsruimten, parking, buitengebieden, enz. …

Er zijn in totaal drie verdiepingen met bewonerskamers, met zeven leefgroepen van elk achttien bewonerskamers, in totaal 126 kamers. Op de eerste verdieping zijn drie leefgroepen op de tweede en derde telkens twee. Op het eerste vormt het lagere volume van de dwaalgang een tegengewicht voor de hogere volumes en sluit aan op de omliggende bebouwing, meteen is het ook een luifel voor de inkom.

De gelijkvloerse verdieping wordt in beton en zichtbaar gevelmetselwerk in een handvorm uitgevoerd. Voor de bewonersvolumes is uiteindelijk gekozen voor een bekleding met HPL platen, met houtmotief als afwerkingsprint, om een lichtere indruk te geven en het zwevende aspect te benadrukken. Er wordt geen vast patroon of verband gebruikt voor de bekleding, de bedoeling is dat er geen verticale of horizontale belijning ontstaat op de volumes. De platen worden in verschillende lengtes en breedtes aangebracht
en zowel verticaal als horizontaal geplaatst. Er werden twee raamtypen ontwikkeld met hetzelfde glasoppervlak maar met andere hoogten en breedten. Door deze ramen met een zekere willekeur te plaatsen, wordt een gevelopbouw verkregen die geen vast ritme heeft, het volumeaspect wordt hierdoor zelfs benadrukt. De enige doorlopende vaste, horizontale lijnen zijn deze van de borstweringen.

Bron: deze projectbeschrijving is gebaseerd op de projecttekst van de architecten.