HUB en Origin i.s.m. Bureau Bouwtechniek, Stadhuis, Antwerpen © Stijn Bollaert
Copyright
HUB EN ORIGIN I.S.M. BUREAU BOUWTECHNIEK - ANTWERPEN

Stadhuis

Het imposante Antwerpse stadhuis is sinds zijn ontstaan in de zestiende eeuw meermaals verbouwd. Ondanks die bijna voortdurende transformatie is het oorspronkelijke ontwerp nog steeds leesbaar. Tussen 1880 en 1885 kreeg het stadhuis zijn imposante trap naar het Schoon Verdiep. Deze verdieping is de meest representatieve, waar buitenlandse gasten werden ontvangen. Ze bevat onder andere het kabinet van de burgemeester, de trouwzaal, de collegezaal en de raadzaal. De kleurrijke en weelderige aankleding in neorenaissance stijl dateert uit de negentiende eeuw en verwees, net zoals de monumentale historische taferelen en portretten die de vertrekken van het Schoon Verdiep sieren, bewust naar het glorierijke verleden van de stad. Zo werd de spanning overbrugd tussen heden en verleden in een tijd van snelle maatschappelijke omwentelingen. De negentiende-eeuwse verbouwing vloeide over in een aantal kleinere twintigste-eeuwse aanpassingen die zich nog inschreven in de visie op het gebouw van de voorgaande eeuw. Daardoor ontstond een verhaal van bijna vijf eeuwen architecturale ingrepen dat de kern van de lokale macht verbeeldt.

Aan het begin van de eenentwintigste eeuw stond het stadhuis voor een nieuwe ingrijpende transformatie. De vierhonderdvijftigste verjaardag van het gebouw en de wens om de inmiddels over de hele stad verspreide stedelijke kabinetten onder een dak te brengen, vormden de aanleiding om via de Vlaams Bouwmeester een Open Oproep te lanceren. In de bundel van het winnende team rond HUB architecten spreken de ontwerpers het streven uit om de huidige transformaties te laten aansluiten bij de veranderingen die het gebouw in het verleden onderging. Ze verwezen daarbij naar het concept ‘domesticating architecture’ van Eduardo Souto de Moura, die stelt dat een gebouw zelf aangeeft wat het nodig heeft. De uitwerking van dit principe kan op twee manieren gebeuren: enerzijds vanuit de materiële lagen van het gebouw, anderzijds vanuit de immateriële betekenissen van de lokale macht over de eeuwen heen. Elke verbouwing in het lange leven van het stadhuis gaf immers gestalte aan het soort bestuur dat de machthebbers op dat moment voor zich wensten.

De tweede verdieping en het gelijkvloers van het stadhuis hadden het grootste transformatiepotentieel. Het nieuwe programma wordt bijgevolg daarin ondergebracht. Die verdiepingen moeten ook het meest uitdrukking geven aan de waarden die het huidige bestuur wil uitdragen. De gelijkvloerse verdieping is opnieuw toegankelijk gemaakt. De zichtbaar gelaten blauwe steen rond de kolommen en de gekaleide muren en plafonds zijn stoer en sober. Ze mediëren tussen binnen en buiten en vinden terug aansluiting bij de functie van opslagplaats, zoals het gelijkvloers eeuwen fungeerde. De crux van het ontwerp bestond erin om op de tweede verdieping twee dubbelhoge vestibules te maken die de kabinetten ontsluiten. De volumes schikken zich naar de geleding van het bestaande stadhuis en maken de driedeling in de onderliggende verdiepingen leesbaarder. Aan de buitenzijde blijven ze onzichtbaar, binnenin baden ze in het zenitaal licht. Na het Schoon Verdiep heeft het gebouw nu ook een ‘verlicht verdiep’.

De twee vestibules en omliggende kantoren hebben een sobere materialiteit, kleurstelling en nuchtere detaillering die de handtekening van HUB dragen. De opbouw van de platfonds in de historische verdiepingen eronder krijgen een hedendaagse vertaling in staal met eiken balken. Hetzelfde hout is gebruikt voor de lambrisering rond de deuren. Het historische hout in het Stadhuis is ook eiken, en HUB laat het terugkomen in alle ingrepen over het hele gebouw, tot en met nieuw meubilair voor de raadszaal op het Schoon Verdiep en een nieuwe trap die van de eerste verdieping naar de nieuwe vestibules op de tweede verdieping leidt. Ook het eikenhout van de vloeren is over het hele gebouw hetzelfde, al wordt het patroon steeds rustiger naarmate men hoger in het gebouw komt. Ondanks die coherente materialisatie is het moeilijk een uitgesproken materieel verband te leggen tussen wat er op het Schoon Verdiep en de eerste verdieping gebeurt, en de nieuwe vertrekken erboven en eronder. De soberheid en nuchterheid contrasteert met de negentiende-eeuwse overweldigende decoratie. Het zijn de tapijten van Studio Lommer en Jente Hendrickx die met hun eenvormige taal een coherente draad weven doorheen de verdiepingen.

HUB argumenteert de uitgesproken soberheid vanuit de nood aan transparantie in het democratisch bestel van de eenentwintigste eeuw. Die redenering is niet aangehouden bij de restauratie. Een kritische restauratie of conservatie die de tijdslagen in de patine en het verweer zichtbaar laat, zou alleszins suggereren dat deze vorm van materieel gestalte geven aan macht een historisch gegeven is. Omgekeerd is het heel betekenisvol om na een lange aaneenschakeling van bestuurlijke veranderingen, nog steeds op dezelfde plek beleid te maken. Dat spanningsveld tussen historische inbedding én actualisering, tussen continuïteit en verandering, zou in een meer conserverende en minder restaurerende benadering wellicht nadrukkelijker tot uiting zijn gekomen. Het zou aansluiting kunnen vinden bij het kritisch maatschappelijk debat waarbij contextualisering van machtssymbolen uit het verleden in de publieke ruimte steeds meer gewenst is. De gevel, waar de kleurverschillen door de veroudering van de verschillende soorten natuursteen in de gevel als pleisters zichtbaar gelaten zijn, geeft hier nochtans een prikkelende aanzet toe.

- Sofie De Caigny

Dit project is gepubliceerd in het Architectuurboek Vlaanderen N°15. Allianties met de realiteit

Projectdetails

OPDRACHTGEVER:

Stad Antwerpen

LOCATIE:

Grote markt 1

2000 Antwerpen

België

DATUM VOLTOOID:

2022

PERMALINK:

Meer gebouwen