In tijden van corona is er weer meer tijd om te lezen. Harm Tilman, hoofdredacteur van de Architect (NL), zet de 10 beste boeken van 2020 op een rij. Tilman neemt het Architectuurboek Vlaanderen N° 14 alvast mee in zijn top 5.
Harm Tilman
Een ‘must-read’ is zeker ook het Architectuurboek Vlaanderen N° 14 dat dit jaar onder de titel ‘Wanneer attitudes vorm krijgen’ is gepubliceerd door het Vlaams Architectuurinstituut. Dit boek vormt een uitstekende graadmeter van de actuele architectuurproductie in Belgie. Deze wordt in het Jaarboek op voorbeeldige wijze gedocumenteerd, geanalyseerd en geduid. Tegelijkertijd wil dit Jaarboek ook agenderen en op dit vlak is gebruik gemaakt van de bloeiende kritische traditie die de Vlaamse architectuur kenmerkt.
In het ‘Redactioneel’ wijst Sofie De Caigny op de nood aan teksten die dieper ingaan op ontwerphoudingen (attitudes), voor zover ze blijk geven van een capaciteit om intelligent te reageren op de veranderende condities van de huidige architectuurproductie. De redactie van dit Jaarboek voelt daarmee de tijdgeest goed aan. Ander dan de zoveelste private mening, is de behoefte aan een goed onderbouwde architectuurkritiek tastbaar.
Uit de 400 projecten die de redactie bezocht, selecteerde ze zo’n vijftig projecten. Ze lette daarbij zowel op de condities die veranderen als de posities die de de ontwerpen innemen. Door zowel projecten op te nemen die blik geven van maatschappelijk engagement als van een inzet op vorm en autonomie, slaagt ze erin aan te haken bij het huidige publieke debat over architectuur.
Met deze inzet slaagt dit jaarboek erin om boven tal van andere vergelijkbare publicaties uit te stijgen. Het laat expliciet zien dat geen tegenstelling hoeft te bestaan tussen een sterke maatschappelijke betrokkenheid of het direct inspelen op maatschappelijk uitdagingen aan de ene kant en de zoektocht naar architectonische vormen met een autonome betekenis aan de andere kant. Juist in het sterk gepolariseerde Nederlandse debat biedt dat aanknopingspunten om verder te komen.
In een boeiende bijdrage analyseert Maarten Van Den Driesche haarfijn de cruciale rol die het breed vertakte middenveld van kwaliteitskamers, [stads]bouwmeester, procedures, overheidsdiensten, burgercomités en kritische pers speelt in het betrekken van de architectuur op maatschappelijke veranderingen. Hiermee in samenhang laat Van Den Driesche zien, dat architecten evolueren van solitaire individuen tot collaboratieve spelers die projecten in dialoog met anderen ontwikkelen. Ook het uitgesproken geloof in de eigen discipline en het hanteren van methoden die hier eigen aan zijn, is een factor. In samenhang bezien vormen deze drie ontwikkelingen de vruchtbare bodem voor de Vlaamse architectuur.
Lees het volledige artikel Ontdek de top 10