De Duitse fotograaf Klaus Kinold doet bij de meesten misschien niet meteen een belletje rinkelen. Nochtans leverde hij een belangrijke bijdrage om het werk van architecten uit Vlaanderen een internationale uitstraling te geven. Een foto van Kinold stond op de cover van het eerste Jaarboek Architectuur Vlaanderen, verschenen in 1994.
tekst door Marc Dubois
Klaus Kinold (°1939) studeerde architectuur van 1962 tot 1968 bij professor Egon Eiermann aan de Technische Hogeschool Karlsruhe. Hij was de architect van het Duits paviljoen voor de Brusselse wereldexpositie 1958. Als assistent fotografeerde Kinold het werk van Eiermann en nam vervolgens de beslissing om in München een atelier voor architectuurfotografie te starten. Dit was het begin van een uitzonderlijke loopbaan als fotograaf. Hij reisde de wereld rond om gebouwen en sites vast te leggen. Van 1969 tot 2005 was hij uitgever van het tijdschrift ‘KS Neues’ en ‘Bauen in Beton’. Zijn fotografisch werk werd in verschillende musea geëxposeerd en ook opgenomen in collecties in Europa en Amerika, onder andere in The Metropolitan Museum of Arts in New York.
Kinold is een fotograaf met uitgesproken voorkeur voor zwart-wit opnames, pas veel later gaat hij ook in kleur opnemen. Hij fotografeerde analoog en met een technische camera. Zijn oeuvre sluit aan bij de grote Duitse traditie om het onroerend erfgoed op de meest vakkundige wijze vast te leggen. Hij plaatst zich in de lange traditie van de Duitse fotografie met een hoge technische professionaliteit en een perfecte kadering van het beeld.
Het oeuvre van Kinold verscheen in boeken en in vele internationale tijdschriften. De hoeveelheid gebouwen van befaamde architecten die Kinold op pellicule vastlegde is indrukwekkend. Hij fotografeerde het oeuvre van Herman Hertzberger en het gehele oeuvre van zijn vriend Karljosef Schattner die hoofdarchitect was van de katholieke Universiteit in Eichstatt. De tentoonstelling ‘Karljosef Schattner, een architect uit Eichstatt’ werd in 1991 gepresenteerd in Brugge, een initiatief van Stichting Architektuurmuseum Gent (S/AM). Het opzet was om het beleid te tonen hoe een architect als Schattner op een tactvolle wijze nieuwbouw wist te integreren in een historische context.
Vanuit zijn christelijke geloofsovertuiging heeft Kinold steeds een grote interesse gehad voor religieuze bouwwerken. Van de kerken van Alvar Aalto in Finland tot de kerk van Álvaro Siza in Portugal, hij heeft ze allemaal bezocht en met zijn opnames gepoogd om de essentie van de creatie vast te leggen. Voor Bauen in Beton had hij reeds veel kerkgebouwen bezocht, van Perret, Le Corbusier, Förderer en anderen.
Zo ontstond geleidelijk het idee om de foto’s van deze religieuze bouwwerken te bundelen in een publicatie: Europäischer Kirchenbau / European Church Architecture 1950-2000 verscheen in 2002. In 2004 verscheen de gids voor de kerkbouw in Europa vanaf 1950. Voor de architectuurgids bezocht Kinold verschillende locaties in België en er werden vier projecten weerhouden en gefotografeerd: bedevaartkerk Notre-Dame in Beauraing van Roger Bastin (1968), klooster Zonnelied in Oostende van Paul Felix (1957), bedevaartkapel in Edelare van Juliaan Lampens (1966) en de kerk Sint Paulus is Westmalle van Marc Dessauvage (1967).
"Ich will Architektur zeigen, wie sie ist"‐ Klaus Kinold
De publicatie ‘Bouwen met Beton / Construire en béton’ was een tweejaarlijkse uitgave, een initiatief van Kinold. Hij bedacht het concept, maakte alle foto’s en bepaalde de vormgeving. Deze publicatie werd gedrukt in grote oplage en werd gratis bezorgd aan alle architecten. Deze publicatie werd mogelijk dankzij de Zwitserse en de Duitse Cement industrie. Voor de selectie en de meeste teksten deed hij beroep op gastauteurs, maar vooral op Wolfgang Jean Stock, architectuurrecensent eveneens woonachtig in München. Vanuit België kreeg Kinold de financiële steun van het ‘Verbond der Cementnijverheid’ (nu FEBELCEM) met Jef Apers als coördinator.
Mijn eerste ontmoeting met beiden was in mei 1990. Stock was één van de eerste buitenlandse journalisten, met uitzondering van Nederland, die gefascineerd was door de recente ontwikkelingen in Vlaanderen. Dit resulteerde in de editie 1990-1991 in een uitvoerig verslag “Jonge Architecten in België” met een hoofdaccent op Vlaanderen. Kinold fotografeerde gebouwen van verschillende architecten in Vlaanderen: Stéphane Beel, Robbrecht en Daem Architecten, Christian Kieckens, Marie-José Van Hee architecten, Vincent Van Duysen, DMT (Driesen, Meersman, Thomaes), Nollet & Huyghe, Jo Crepain, Frank Delmulle, bOb Van Reeth (AWG). In Wallonië het werk van Charles Vandenhove en van Bruno Albert. Kinold fotografeerde zowel de eerste als de tweede fase van de verbouwing van de Katoennatie in Antwerpen, ontworpen door Robbrecht & Daem Architecten. Het waren vooral de eerste projecten van Beel die Kinold fotografeerde wat ook verscheen in een themanummer van het tijdschrift Baumeister (1994) met acht projecten met o.a. het BAC bankgebouw in Brugge dat op de cover verscheen van het eerste Jaarboek Architectuur Vlaanderen, gepubliceerd in het zelfde jaar.