‘Je hebt thuis genoeg te doen, loop niet weg’, raadde Michel de Montaigne de lezers van zijn Essays aan. Sinds enkele jaren houdt Pieter Hoexum zich aan deze wijze raad, ook al bewoont hij niet zoals Montaigne een kasteel op het Franse platteland, maar een rijtjeshuis in een buitenwijk. Vanuit de verte of uit de hoogte zien deze buitenwijken er misschien saai en troosteloos uit, maar Hoexum houdt beide benen op de grond, wandelt door zijn huis en omstreken en beziet alles vanaf ooghoogte. Hij verwondert zich over een molshoop in zijn achtertuin en het hekje in zijn voortuin. In deze persoonlijke en lichtvoetige aantekeningen gaat het over huiselijke aangelegenheden zoals verhuizen en buren, over de badkamer, de zolder en de schuur, en over heimwee, gewoontes en rituelen. En natuurlijk over rijtjeshuizen.
Pieter Hoexum (1968) studeerde filosofie, was boekverkoper en publiceert regelmatig in onder meer Trouw, De Groene Amsterdammer en Filosofie Magazine. In 2001 won hij de Jan Hanlo Essayprijs, in 2003 verscheen van hem het boek Gedenk te sterven. De dood en de filosofen. De laatste jaren schrijft hij vooral over onderwerpen die te maken hebben met ruimtelijke ordening, architectuur en wonen.