subsidies

Parallelle Praktijken: Vrije ruimte als motor voor een vitale architectuurcultuur in Vlaanderen

Op 3 april 2025 presenteerde het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) in het atelier Vlaams Bouwmeester de studie Parallelle Praktijken, uitgevoerd door Evelien Pieters en Bart Tritsmans. Het onderzoek brengt in kaart hoe architecten in Vlaanderen, naast hun reguliere bouwopdrachten, ruimte creëren voor ongevraagde, experimentele en maatschappelijk geëngageerde projecten — praktijken die vaak in de marge ontstaan, maar die steeds belangrijker blijken voor het architectuurveld. Een verslag van een boeiende avond.

Parallelle Praktijken: Vrije ruimte als motor voor een vitale architectuurcultuur in Vlaanderen
Copyright

Wat zijn parallelle praktijken?

Onder parallelle praktijken verstaat het onderzoek uiteenlopende activiteiten: ontwerpend onderzoek, publicaties, participatieve trajecten, materiaalexperimenten of tijdelijke installaties. Het zijn praktijken waarin architecten zelf vragen stellen in plaats van enkel antwoorden te formuleren op een opdracht. Ze laten architecten toe om de culturele en maatschappelijke dimensie van hun vak te ontwikkelen, los van de economische logica en functionele verwachtingen die vaak verbonden zijn aan klant- of markt gedreven projecten. Ze creëren ademruimte om nieuwe vragen te stellen, te experimenteren en andere vormen van waarde creatie te onderzoeken.

"Wij zijn begonnen als een volledig ongevraagde praktijk. Vandaag zijn we misschien wel ‘gevraagd’, maar onze drijfveer blijft hetzelfde: zelf initiatieven nemen, experimenteren, dingen in vraag stellen."
‐ Ken De Cooman (BC architects & studies & materials)

Wat is hun meerwaarde?

Het onderzoek toont aan dat deze parallelle praktijken op verschillende niveaus meerwaarde creëren:

  • Voor de ontwerpers zelf: experiment, reflectie, expertise.
  • Voor de sector: kennisdeling, innovatie, verbreding van het werkveld.
  • Voor de samenleving: nieuwe verbeeldingen, maatschappelijke betrokkenheid, participatie.
"Er is vandaag echt een momentum: jonge architectenbureaus benaderen maatschappelijke vraagstukken veel breder dan vroeger – niet alleen ecologisch, maar ook cultureel. Parallelle praktijken spelen daarin een cruciale rol. Maar als we willen dat die praktijken blijven groeien en bloeien, is het essentieel dat de overheid daar gericht ruimte en middelen voor voorziet. En minstens even belangrijk: zorg dat architecten voor hun werk ook gewoon correct betaald worden"
‐ Erik Wieërs (Vlaams Bouwmeester)

Maar ook: precaire realiteit

Tegelijk benadrukten de sprekers hoe kwetsbaar deze praktijken zijn. Ze vragen veel tijd, inzet en vaak persoonlijke investering, met weinig financiële zekerheid. Evelien Pieters, mede-auteur van de studie, wees erop dat net in Vlaanderen geen specifiek fonds bestaat voor de ontwikkeling van architectuurpraktijken, zoals in Nederland het Stimuleringsfonds Creatieve Industrie.

"Steden floreren dankzij hun culturele infrastructuur - dat is niet alleen van artistieke waarde, maar heeft ook directe economische impact. Fair pay is daarbij essentieel: het gaat niet alleen over rechtvaardigheid voor makers, maar ook over het versterken van de sector als geheel."
‐ Syb Groeneveld (Directeur-bestuurder Stimuleringsfonds Creatieve Industrie)

Wat is er nodig voor de toekomst?

De panelleden waren het erover eens dat er werk aan de winkel is om parallelle praktijken in Vlaanderen meer zuurstof te geven. Enkele aanbevelingen:

  • Meer diverse en toegankelijke financieringskanalen.
  • Platformen voor zichtbaarheid, kennisdeling en ontmoeting.
  • Interdisciplinaire samenwerkingen aanmoedigen.
  • Administratieve lasten verlagen.
  • Eerlijke verloning voor ontwerpers.
"Vrije ruimte in de architectuur is essentieel, maar geen evidentie. We hebben een ecosysteem nodig dat deze praktijken niet enkel tolereert, maar actief ondersteunt en waardeert."
‐ Evelien Pieters (Architect en onderzoeker)
Gepubliceerd op 15 april 2025