De tentoonstelling 'Peter Behrens. Van jugendstil tot industriële vormgeving' toont het omvangrijke oeuvre van de Duitse ontwerper/architect. Dit gaat van boekvormgeving tot typografie, keramische ontwerpen, meubilair, textiel, glaswerk, affiches tot zilverwerk.
Peter Behrens (1868-1940) begon zijn loopbaan als schilder en profileerde zich in de kunstenaarskolonie van Darmstadt met de bouw van zijn eigen woning. In 1907 verhuisde hij naar Berlijn waar hij de leiding kreeg in het AEG bedrijf voor de vormgeving en de gebouwen. De turbinefabriek voor AEG in Berlijn is een van zijn meesterwerken. Hij was ook mede-oprichter van “Deutscher Werkbund”, een samenwerkingsverband tussen ontwerpers en de industrie. Ook na WO I is hij uiterst actief.
De expo toont de veelzijdigheid van Behrens: schilderijen, tafelobjecten, meubelen, industriële producten en lampen. Aan zijn architectuurproductie wordt veel aandacht gegeven.
De expositie Behrens wordt aangevuld met een gedeelte over de Duitse deelname aan de Gentse wereldexpositie 1913. In tegenstelling tot de vele paviljoenen met een uitgesproken historiserende en/of Beaux-Arts vormentaal, ontwierp Curt Leschnitzer een strak, monumentaal inkomgebouw met hoge zuilen en ramen. De belangrijkste zaal was het gedeelte “Kunstgewerbe” onder leiding van Karl Ernst Osthaus. De Nederlandse architect Mathieu Lauweriks (1864-1932), werkzaam in Hagen, ontwierp de presentatie. Samen met Henry Van de Velde was Behrens prominent aanwezig
De curator van dit gedeelte is architect Marc Dubois (Departement Architectuur / KU Leuven). Zowel het NAI in Rotterdam (Het Nieuwe Instituut) als een privé-verzamelaar gaven originele tekeningen in bruikleen.
In september verschijnt in het tijdschrift Interbellum een artikel van Marc Dubois betreffende Duitsland in Gent 1913.