Gaat het goed met de architectuurcultuur in Vlaanderen? Als we kijken naar de gebeurtenissen van 2012 zou je denken van wel. Er was veel aandacht voor het werk van architecten uit Vlaanderen en Brussel, zowel thuis als in het buitenland. Die belangstelling was soms kritisch, zoals in de controverse rond de Gentse stadshal. Maar een publiek debat waarin ontwerpers aan de tand gevoeld worden, is uiteindelijk geen slechte zaak – tenminste als dit debat zakelijk gevoerd kan worden en niet vervuild wordt door het electorale overwegingen of stemmingmakerij. Welnu, het debat over het nieuwe gebouw van Marie-José van Hee en Robbrecht en Daem architecten dreigde even het slachtoffer te worden van een oververhitte stammenstrijd, maar nu het gebouw er staat, kunnen we stellen dat we getuige waren van een noodzakelijke discussie. Tenminste als we van mening zijn dat goede architectuur niet enkel over spraakmakende of spectaculaire gebouwen gaat, maar ook over steden als collectieve kunstwerken. En over de bijdrage aan de leefomgeving in z’n totaliteit.
Het belang van de stadshal als een ontwerp waarin nu eens niet een historische confectie wordt bevestigd – maar dat zich heel diep engageert met de geschiedenis van de stad – werd internationaal zeker waargenomen. Het meest zichtbare signaal hiervoor was de uitnodiging door curator David Chipperfield aan de twee architectenbureaus om het ontwerp te tonen op de Architectuurbiënnale in Venetië in augustus van 2012, samen met een selectie van hun projecten van de laatste jaren. De bijdrage van Marie-José van Hee en Robbrecht en Daem stond niet op zichzelf. In tegendeel: met presentaties van Bovenbouw, office KGDVS en MDMA was de aanwezigheid van architecten uit Vlaanderen en Brussel in het hoofdprogramma van de Biënnale groter dan ooit tevoren.
In het Belgisch paviljoen in de Giardini werd ondertussen ‘The Ambition of the Territory’ getoond, een expositie van het team AWJGGRAUaDVVTAT waarin een duurzame toekomstvisie voor Vlaanderen wordt onderzocht. De opgave voor deze tentoonstelling was gezamenlijk geformuleerd door het Vlaams Architectuurinstituut VAi en Team Vlaams Bouwmeester – ook dit een novum waarmee de hechtheid van de architectuurcultuur in Vlaanderen werd aangetoond.
Toen de tentoonstelling een maand later in deSingel in Antwerpen werd opgebouwd, veranderde haar karakter: de expositiezaal kreeg een nieuw gebruik als een werkplaats voor experten en voor studenten die, voortdenkend op de vraagstelling, aan de slag zijn gegaan. Dankzij de inspanningen van de curatoren – met name van Architecture Workroom Brussels - werd de tentoonstelling daarmee een opmaat voor het publieke denkproces over de toekomst van het verstedelijkte Vlaamse (en Brusselse) landschap. En het begin van een gedeelde ontwerpagenda voor Vlaanderen.
Op de Architectuurbiënnale werd ook het architectuurboek Vlaanderen 2012 gepresenteerd. Met deze publicatie, samengesteld door een redactie van vooraanstaande critici, architecten en wetenschappers uit Vlaanderen en andere Europese landen, kreeg de traditie van de architectuurjaarboeken een nieuwe wending en werd meer reflecterend van aard. Maar het boek toonde ook de kracht van de architectuurcultuur in Vlaanderen aan een internationaal publiek.
In het najaar nam het VAi het boek mee op een reeks architectuursalons. In Antwerpen, Gent, Brussel, Londen, Amsterdam en Keulen werden de onderwerpen die in het boek aan de orde komen verder verdiept. Maar de salons waren ook een kritische reflectie op de lacunes en wellicht de blinde vlekken die het architectuurdebat nog steeds kenmerken, en die in het volgende architectuurboek meer aandacht moeten krijgen: de nood aan nieuwe architectuurconcepten, de uitdaging van de verschuiving naar tijdelijk of permanent hergebruik en de status van ontwerpend onderzoek, om er enkelen van te noemen. Overigens is gepland om de reeks van architectuursalons in 2013 voort te zetten met avonden in Luik, Luxemburg en Berlijn. En een gesprek over architectuur- en kunstkritiek in samenwerking met Vlaams-Nederlands huis deBuren.
Hoe gaan we nu verder? Met de presentatie op 8 januari 2013 als voorlopige halte van The Ambition of the Territory, ligt er een document voor een gedeelde ontwerpagenda. Belangrijker nog: in de voorbije weken en maanden hebben zich zeer diverse partijen – ontwerpers, wetenschappers, maatschappelijke actoren en experts - geëngageerd in de formulering van de onderzoeksvragen die fundamenteel zijn voor de toekomst van het verstedelijkte Vlaamse landschap. Deze gedeelde en breed gedragen ontwerpagenda vormt een belangrijke basis om concrete projecten voor onderzoekend ontwerp op te zetten. Het verhaal van het gemeenschappelijke initiatief waaraan zich de Vlaams Bouwmeester en het Vlaams Architectuurinstituut twee jaar geleden hebben verbonden, krijgt daarmee een vervolg, dankzij de inspanning van Architecture Workroom Brussels en van iedereen die zich inmiddels aan dit grote project verbonden heeft.
Het debat over de toekomstige ruimtelijke inrichting van Vlaanderen kan niet een gesprek onder experten blijven, maar moet een publiek debat worden. De tentoonstelling heeft dit ook altijd beoogd en we moeten ervoor zorgen dat er een krachtig vervolg komt. De Dag van de Architectuur in 2013 – werktitel ‘Bloeiende landschappen’ - gaat daarom de vraag van het potentieel van het territorium in Vlaanderen verder uitwerken en vraagt aan partners in de gehele regio om zich aan deze inspanning te verbinden. Een open oproep voor publieksinititatieven voor de Dag van de Architectuur zal eind januari 2013 gepubliceerd worden.
Ondertussen belooft 2013 voor de thuisbasis van het VAi in deSingel een zeer interessant jaar te worden. In de reeks Jonge makers denkers dromers zullen we ontwerpend onderzoek naar de toekomst van het kustlandschap zien. Eerst voor Vlaanderen met een presentatie van het Antwerpse bureau MikeViktorViktor Architecten en dan voor Japan door het Brusselse SHSH architects. Japan zelf komt ook naar deSingel met de grote tentoonstelling – een Europese primeur – van Junya Ishigami, die met zijn betoverende installatie de tentoonstellingsruimte naar zijn hand zal zetten. *
De lezingenreeks van het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven CVAa met films over de ruimtelijke ontwikkeling van Vlaanderen die in het najaar 2012 een breed publiek naar de muziekstudio van deSingel trok, zal in 2013 een vervolg krijgen met een nieuw boek. Een bloemlezing van het materiaal dat door het CVAa en de sprekers is verzameld. Daarnaast zullen we extra aandacht besteden aan het tienjarig bestaan van het CVAa, met bijdragen in onze nieuwsbrief over architectuurarchieven die in de voorbije jaren zijn gered, ontsloten, gevaloriseerd of overgedragen zijn naar publieke bewaarinstellingen, én met een volledig vernieuwde website die voor de zomer gelanceerd zal worden. In het najaar stelt het CVAa een tentoonstelling op in de Koninklijke Bibliotheek Albertina over Henry van de Velde. Daarmee draagt het CVAa bij aan de feestelijkheden die in België en Duitsland worden opgezet om de 150ste verjaardag van dit icoon van de Belgische architectuur en vormgeving te vieren.
Op 27 februari 2013 zal deSingel een nieuwe attractie rijker zijn als de leeszaal geopend wordt door de gouverneur van de provincie Antwerpen mevrouw Cathy Berx. De leeszaal is een gezamenlijk initiatief van de kunstcampus deSingel, het Koninklijk Conservatorium en het VAi en maakt onder andere de architectuurbibliotheek die VAi over de voorbije jaren heeft opgebouwd publiek toegankelijk. Het CVAa zal hier regelmatig kleine presentaties verzorgen die een nieuwe dimensie aan deSingel als culturele ontmoetingsplaats geven.
Deze onvolledige lijst van activiteiten** geeft alleen een kleine indruk van alles wat in 2013 in deSingel en in heel Vlaanderen te zien zal zijn. Het staat niet op zichzelf, maar kan alleen gedijen binnen een vitale architectuursector. Het VAi en het CVAa bieden zich aan als partner en als steunpunt voor de erkende architectuurorganisaties en archieven, maar ook voor de beroepsorganisaties, de Orde van Architecten en de architectuuropleidingen in Vlaanderen. En uiteraard voor de architecten, ontwerpers èn onderzoekers, waarvoor we er tenslotte zijn. Gezamenlijk kunnen we de architectuur in Vlaanderen versterken en moeten we aandacht vragen voor haar culturele bijdrage en de inrichting van onze dagelijkse leefomgeving.
Namens alle medewerkers van het Vlaams Architectuurinstituut en het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven wensen we u een bijzonder goed nieuw jaar 2013.
Prof. Dr. Christoph Grafe
Directeur Vlaams Architectuurinstituut
Dr. Sofie de Caigny
Coördinator Centrum Vlaamse Architectuurarchieven
*De architectuurtentoonstellingen in samenwerking met deSingel voor het seizoen 2013-2014 worden later bekendgemaakt.
** Op deze website vindt u een overzicht van alle activiteiten voor de komende maanden.