Het Gemeentekrediet werd opgericht in 1860 om gemeenten beter in staat te stellen leningen aan te gaan tegen voordelige voorwaarden. Na de Eerste Wereldoorlog speelde de instelling een belangrijke rol in de financiële ondersteuning van gemeenten voor het realiseren van de wederopbouw. De bank vervulde voor gemeenten en provincies een gelijkaardige functie als die van de Nationale Bank tegenover de staat.
De briefwisseling met het Gemeentekrediet over het aangaan van leningen in de nasleep van de wederopbouw is in het algemeen goed bewaard. Men heeft het daarin vaak over de mobilisatie van obligaties die aan de gemeenten waren toegekend op basis van de oorlogsschadevergoeding waar ze recht op hadden. Om de procedure voor het aangaan van leningen te stroomlijnen, was een model beschikbaar voor de beraadslaging van de gemeenteraad, aan de hand waarvan bepaald werd welke soort lening de gemeente mocht aangaan en volgens welke soort van terugbetaling. Dergelijk model komt in het gemeentearchief meermaals voor.