Het woord ‘geteisterden’ was de gangbare term om de door de oorlog getroffen bevolking aan te duiden.
Aangezien de gemeente als doorgeefluik fungeerde voor schadedossiers van privépersonen, zowel naar de Rechtbank voor Oorlogsschade als naar centrale overheidsdiensten zoals de Dienst der Verwoeste Gewesten, zijn van individuele inwoners of ‘geteisterden’ heel wat documenten in het gemeentearchief terug te vinden. Om te beginnen zijn er de overeenkomsten, zoals bijvoorbeeld de minnelijke schikkingen met de Staatscommissaris of de Landbouwherstellingscontracten, en de aanvraagformulieren daarvoor. Daarnaast zijn er de bouwtekeningen die werden ingediend in het kader van het systeem van de voorlopige woningen en het systeem van Heropbouw door de Staat. Daar hoorde een persoonlijke brief bij waarin de geteisterde de toestemming vroeg om in die regeling in te stappen.
In sommige gemeentearchieven wordt archief van de plaatselijke samenwerkende vennootschap voor oorlogsschade bewaard. Daarin zitten onder meer reeksen brieven met gestandaardiseerde informatie over de status van schadedossiers, zoals bijvoorbeeld een overzicht van ontvangen aanvragen voor voorschotten of een borderel van stortingen als gevolg van overeenkomsten met de Rechtbank.