De Nationale Commissie voor de Verfraaiing van het Landelijk Leven kaderde in een katholieke beweging die sinds het einde van de negentiende eeuw ijverde voor de modernisering van het wonen en de ‘zedelijke verheffing’ op het platteland. Men wilde tegenwicht bieden aan de plattelandsvlucht door het introduceren van een betere hygiëne, de verspreiding van elektriciteit en stromend water en nieuwe technieken in het landbouwbedrijf en het huishouden. Tegelijk moest het traditionele katholieke karakter van het leven op de buiten behouden blijven. De commissie ontstond in 1913 in de marge van de Wereldtentoonstelling van Gent, waar ze een modeldorp bouwde in samenwerking met de Boerenbond.
Na WO I zette ze zich in voor de wederopbouw door middel van studies, publicaties, wedstrijden, tentoonstellingen en congressen.
In het gemeentearchief komen sporadisch brieven voor van Baron Pecsteen, de voorzitter van de provinciale afdeling van de Commissie voor de Verfraaiing van het Landelijk Leven. Die brieven gaan vaak over de verspreiding van hun model voor een politiereglement op het bouwen, dat door de wet op de aanneming van de gemeenten van 8/04/1919 verplicht was. Als een gemeente de politieverordening van de Provinciale Commissie aannam, nam het Technisch Bureel van de commissie de goedkeuring van de plannen op zich.
Politiereglementen werden ook opgenomen in de gemeenteraadsverslagen, die een aparte reeks vormen in het gemeentelijk archief.