Architectuurwedstrijden zijn een belangrijke katalysator binnen een architectuurcultuur. Bij iedere wedstrijd komen andere maatschappelijke actoren in beeld, elk met hun eigen ambities. Sommige wedstrijden worden doelbewust internationaal uitgeschreven om de kwaliteit van de inzendingen te verhogen. Andere moeten een draagvlak creëren voor nieuwe gebouwen of communicatiecampagnes naar het brede publiek. Overheden gebruiken wedstijden om gestalte te geven aan hun streven om transparant en benaderbaar te zijn. Ook architecten gebruiken wedstrijden voor hun eigen agenda. Bijvoorbeeld om de positie van jonge collega’s onder de aandacht te brengen en kansen voor vernieuwing af te dwingen. Architecten en architectuurcritici gebruiken wedstrijden ook om te wegen op het publieke debat en om beleidsmakers aan te sporen tot meer architecturale ambitie of ze bewust te maken van de nood aan ruimtelijke omwentelingen.
In de literatuur worden verschillende termen gebruikt voor architectuurwedstrijden. Gewoonlijk wordt het onderscheid prijs – (ontwerp) wedstrijd of prijsvraag gehanteerd.
Ontwerpers krijgen een prijs (award) voor een bijzonder project of idee of als bekroning van hun carrière. Om deel te nemen aan deze prijskamp schrijven de ontwerpers zich ofwel in met een gerealiseerd project of een uitgewerkt idee, of worden ze door een jury voorgedragen of geselecteerd. In een wedstrijdreglement worden de deelnemingsvoorwaarden opgelijst.
Bij een (ontwerp)wedstrijd of prijsvraag start de deelnemer pas na zijn inschrijving met het uitwerken van de opdracht. Deze opdracht is nauwkeurig omschreven in het wedstrijdprogramma dat elke deelnemer ontvangt na zijn inschrijving. Tegen de deadline dient de deelnemer een uitgewerkt idee of ontwerp in. Dit idee of ontwerp kan al dan niet leiden tot uitvoering. In de meeste wedstrijden is anonimiteit de regel. Wedstrijden kunnen in één of twee trappen georganiseerd worden.
In het huidig architecturaal klimaat in Vlaanderen en Brussel speelt het publiek opdrachtgeverschap een belangrijke rol.
Jaren 1970
De vernieuwing van de discipline en de maatschappelijke betekenis van architectuur toont zich sinds twee decennia sterk via het publieke opdrachtgeverschap. Dat was lange tijd anders. De generatie architecten die vanaf de tweede helft van de jaren 1970 het werkveld betraden, stelden vast dat er bitter weinig publieke opdrachten voor hen toegankelijk waren. Ze waren bijna volledig aangewezen op private opdrachtgevers om hun praktijk te ontplooien. Overheden deden nog te weinig inspanningen om de toekenning van opdrachten te depolitiseren. Bovendien was het idee niet breed ingeburgerd dat een publieke bouwheer met bouwprojecten een maatschappelijke verantwoordelijkheid heeft.
Jaren 1980
Vanuit architectuurmiddens werd in de jaren 1980 sterk gepleit voor de inrichting van architectuurwedstrijden om de kansen voor kwaliteitsvolle architectuur te vergroten bij publiek opdrachtgeverschap. De motivaties die toen speelden in het pleidooi voor de organisatie van architectuurwedstrijden hebben betrekking op zowel het maatschappelijk draagvlak voor architectuur, het idee van open, eerlijke strijd waarbij kwaliteit het doorslaggevend criterium is en de kansen die wedstrijden bieden om vakinhoudelijke discussies te voeren.
Enkele wedstrijden uit de jaren 80:
Jaren 1990
Vooral vanaf de jaren 1990 lijkt het tij te keren en worden wedstrijden vaste waarden in het architectuurveld in Vlaanderen en Brussel. Het optimisme over architectuurwedstrijden dat sterk leefde in de jaren 80, maakt plaats voor kritische geluiden over de wedstrijdcultuur bij het verwerven van publieke opdrachten in de jaren 1990. Een groeiend aantal architectuurwedstrijden bracht immers ook pijnpunten van dit systeem aan het licht.
Enkele wedstrijden uit de jaren 90:
Kijk zeker ook naar Tien iconische wedstrijden.
Open Oproep
In 1999 besliste de Vlaamse Regering tot de aanstelling van een Vlaams Bouwmeester. Als eerste bouwmeester zette bOb Van Reeth sterk in op de procesbegeleiding en responsabilisering van de publieke opdrachtgevers. In 2000 stelde hij het systeem van de Open Oproep in als formule om tot een ontwerp voor een publieke opdracht te komen om tegemoet te komen aan de bezorgdheden die leefden in de decennia voordien.
Kwaliteitskamers
De Open Oproep kende een groot succes met ongeveer 700 projecten doorheen de 20 jaar, met een variëteit aan opgaves, schaalgrootte, opdrachtgevers en architecturale oplossingen. Dat neemt niet weg dat de Open Oproep niet de enige formule van publiek opdrachtgeverschap was vanaf 2000. Diverse overheden organiseerden eigen architectuurwedstrijden, of bleven zonder competitie projecten gunnen. Daarbij groeide de afgelopen 20 jaar op verschillende beleidsniveaus het idee van de kwaliteitskamer. In de stad Antwerpen gaf hier als eerste gestalte aan. In de architectuurnota van de Stad Antwerpen uit 1996 wordt de aanstelling van een Stadsbouwmeester benoemd. Deze functie zou instaan voor de kwaliteitsbewaking van de bijdrage van de ontwerpdisciplines aan de ontwikkeling van de stad, met inbegrip van stedenbouw, architectuur, monumentenzorg, openbare ruimte en welstand. Eind 1999 werd de eerste stadsbouwmeester aangesteld voor de periode 2000-2004. Na een evaluatie werd in 2005 besloten om de stadsbouwmeester te verankeren in de stedelijke diensten, met een eigen mandaat en team ter ondersteuning.
WinVorm
Rond de eeuwwisseling zag ook WinVorm – West-Vlaanderen in Vorm – het licht. De oproepen van WinVorm zijn opgevat als architectuurwedstrijden waarbij West-Vlaamse publieke opdrachtgevers begeleid worden bij de selectie van een ontwerper voor hun projecten. Het belang van de kwaliteitsbewaking van het proces en het faciliteren van het gesprek over de kwaliteit van de ontwerpen is een belangrijk onderdeel van WinVorm. De voorbije decennia zagen ook andere intercommunale, provinciale of stedelijke kwaliteitskamers het licht, waaronder die van Interwaas, Vlaams-Brabant, Gent of Mechelen. Hoewel de werkwijze lokaal kan variëren, is de essentie dat de architecturale kwaliteit en maatschappelijke meerwaarde van ruimtelijke projecten wordt geambieerd en gefaciliteerd, al dan niet in de vorm van een wedstrijd.