Belangrijke katalysator voor vrouwelijke ontwerpers en architecten
De Union Internationale Des Femmes Architectes (U.I.F.A) is een internationale organisatie die werd opgericht op 8 september 1963 in Frankrijk door Solange d'Herbez de la Tour. Deze belangenvereniging zal het daglicht omdat de Internationale Unie van Architecten geen vrouwelijke architecten toeliet. De organisatie was gestructureerd aan de hand van vertegenwoordigers uit meer dan 90 landen verspreid over meerdere continenten en omvatte belangrijke figuren zoals Farah Diba Shahbanou uit Iran, Prinses Grace van Monaco, en J. Duvaux, de president van de orde van architecten in Frankrijk.
Het doel van de organisatie was om vriendschaps- en zustersschapsbanden te smeden tussen vrouwelijke architecten wereldwijd en om de positie van vrouwelijke architecten in verschillende landen te bevorderen. Het was dan ook niet de bedoeling om een platform te creëren exclusief voor vrouwen* is, maar juist om openheid en nauwe samenwerking met mannelijke collega's te bevorderen op basis van gelijkheid.
De eerste vijf congressen van de unie:
Deze congressen waren belangrijke bijeenkomsten waar vrouwelijke architecten hun ideeën en bijdragen aan de architectuur en stedelijke ontwikkeling konden delen. Ze dienden als platform voor het bevorderen van samenwerking, uitwisseling van kennis, en versterking van de rol van vrouwen* in de architectuur wereldwijd. Uit deze organisatie werd dan ook de Union des Femmes Architectes de Belgique of de Unie van Vrouwen Architecten van België gesticht.
"Wat? Jij bent een vrouw! En architect! Zijn al je huizen niet ingestort!!!"‐ Tekst uit Les femmes architectes exposent - Centre national d'art et de culture Georges Pompidou (Parijs, 1978)
De Union des Femmes Architectes de Belgique (UFAB), opgericht in 1978 als de Belgische tak van de Union Internationale Des Femmes Architectes (U.I.F.A), heeft sinds haar ontstaan succesvolle, vriendschappelijke en verrijkende contacten opgebouwd. Ondanks de taalbarrière en de afstanden tussen de steden, is de organisatie erin geslaagd een hechte gemeenschap van vrouwelijke architecten te vormen.
De UFAB nam deel aan verschillende tentoonstellingen, waaronder die in Parijs (1978) en Seattle (1979), waar ze de grootste buitenlandse afvaardiging waren. Ook in 1981 exposeerden ze in Koekelberg, Brussel. Door deze tentoonstellingen brachten ze niet alleen hun werk onder de aandacht, maar kaartten ze ook de ondermaatse vertegenwoordiging van vrouwen* in de architectuurwereld aan. Ze probeerden vrouwen* positief naar voren te brengen en vooroordelen te bestrijden, zoals de denigrerende grappen die ze vaak te horen kregen. Met hun talrijke tentoonstellingen hoopten ze aan te tonen dat vrouwelijke architecten net zo capabel zijn als hun mannelijke collega's, in staat om zelfstandig of in samenwerking waardevolle werken te creëren.
Sinds 1996 staat de organisatie officieel bekend als de Union des Femmes Architectes de Belgique (UFAB) / Unie van Vrouwen Architecten van België (UVAB). Lees hier meer.
"Wij bouwen net zo goed als de mannen"‐ Uit het tijdschrift Panorama (1981) - "Vrouwelijke architecten laten weten wat ze kunnen" door Diane de Clopper
Judith (Dita) Roque - Gourary - oprichtster
De Russische -Belgische architecte, geboren in 1925, kwam in 1938 naar België nadat ze vanwege de Russische Revolutie eerst naar Italië was gevlucht. Haar familie, die joods was, moest vervolgens Duitsland en Oostenrijk verlaten vanwege de Anschluss, de annexatie van Oostenrijk bij Duitsland, waardoor het te onveilig werd voor hen. Ze voltooide haar opleiding aan La Cambre in Brussel in 1940. Na de Tweede Wereldoorlog trouwde ze met Jean Roque.
Helaas ging een groot deel van haar werk tussen 1941 en 1945 verloren door de Duitse bezetting van België. Na de oorlog werkte Roque-Gourary samen met Jean Nicolet-Darche. Samen ontwierpen ze onder andere residentie de Mol in Sint-Gillis, België (1947) en residentie Gaullet in Wasmuel, België (1949). Ze opende haar eigen praktijk en specialiseerde zich in de renovatie en modernisering van woningen uit de 19de en 20ste eeuw tijdens de wederopbouwperiode na de Tweede Wereldoorlog.
Samen met haar echtgenoot voerde ze talloze ontwerpen uit, waaronder winkels, kleding- en coutureboetieks, interieurs voor appartementen en zelfs textielmotieven. Ze was een prominent lid van zowel de Union Internationale Des Femmes Architects (U.I.F.A) als de Union des Femmes Architectes de Belgique (UFAB). Ze bleef tot aan haar pensioen in 1984 vechten voor gelijke rechten voor vrouwen* in het architectenberoep. Ze stierf in 2010 in Brussel.
Haar archief is deels ondergebracht bij Virginia Tech.
(Marie) Eliane Havenith
Geboren in 1918, groeide deze Belgische architecte op in een tijd waarin vrouwen* zich zelden in de architectuurwereld waagden. Haar doorzettingsvermogen en passie voor bouwkunde leidden haar in 1943 naar het Nationaal Hoger Instituut voor Bouwkunst en Stedenbouw (NHIBS) in Antwerpen, waar ze als eerste vrouw* ooit afstudeerde in architectuur.
In 1951 zette ze een nieuwe stap door naar de Verenigde Staten te verhuizen om een Master in Planning & Housing te behalen aan de prestigieuze Columbia University in New York. Ook hier maakte ze geschiedenis als de eerste Belgische vrouw die naar Amerika trok om verder te studeren. Na haar terugkeer naar België werd ze in 1952 secretaris van de Belgische afdeling van CIAM (Congrès Internationaux d’Architecture Moderne), een invloedrijke internationale organisatie die moderne architectuur promootte. In 1953 richtte ze samen met Jean Stuyvaert, Willy Van Der Meeren en Paul-Émile Vincent het architectenbureau Nouvelle Architecture (Groupe NA) op in Brussel. Ze was ook actief lid van de avant-garde groep Formes Nouvelles/Nieuwe Vormen, die zich richtte op het promoten van een moderne en verbeterde wooncultuur. Voor de Wereldtentoonstelling van 1958 in Brussel ontwierp ze een stand voor het paviljoen van Gebouwen en Woningen, waarmee ze haar reputatie als vooraanstaand modernistisch architect verder versterkte.
Naast haar ontwerptaken was ze ook actief als redactielid van invloedrijke Belgische architectuurtijdschriften zoals Architecture en Bouwen en Wonen. Via deze platforms deelde ze haar inzichten en droeg ze bij aan het debat over de toekomst van de architectuur in België. Van 1968 tot 1978 gaf ze de cursus 'Theorie van de Bouwkunst' aan het NHIBS, waarmee ze opnieuw een pioniersrol vervulde als de eerste vrouwelijke lesgever aan deze instelling. Ze overleed in 2004. Haar archief was lange tijd verborgen onder het archief van Atelier des Sablons in CIVA Brussel, het laatste architectenbureau dat zij oprichtte. Hierdoor bleef haar werk lange tijd onder de radar.
Haar archief is vrij volledig aanwezig bij CIVA Brussel onder haar eigen naam en Atelier des Sablons.
Odette Filippone
De Belgische architecte, geboren in 1927 en overleden in 2002, stond bekend om haar modernistische stijl en bouwde voornamelijk in Brussel alleenstaande woningen en appartementsgebouwen. Ze was een van de eerste vrouwelijke architecten die afstudeerde aan het Hoger Instituut voor Architectuur La Cambre te Brussel. In 1950 behaalde ze haar diploma terwijl ze actief was in het atelier van Jean De Ligne.
Ze trad in het huwelijk met architect Jean-Pierre Blondel. Hun zoon, Pierre Blondel, koos hetzelfde beroep als zijn ouders, waarmee de familietraditie in de architectuur voortgezet werd. Tot 1953 werkte ze autonoom, waarna ze samen met haar echtgenoot en Lucien Jacques Baucher het bureau "Baucher-Blondel-Filippone" oprichtte.
Voor de Wereldtentoonstelling van Brussel in 1958 ontwikkelde ze samen met René Sarger en Lucien Jacques Baucher en Jean-Pierre Blondel het paviljoen "Marie Thumas". Dit project onderstreepte haar talent en visie in de internationale architectonische arena.
Geraadpleegde bronnen: