Atelierwoning Aguirre
Copyright
HAVERHALS-HEYLEN ARCHITECTEN - ANTWERPEN

Atelierwoning Aguirre

‘Alleen in mijn gedichten kan ik wonen’, schreef de Nederlandse dichter J.J. Slauerhoff. Met het kunstenaarsatelier en -woning dat de architecten Haverhals en Heylen ontwierpen voor kunstenaar Philip Aguirre kan je de vraag stellen waar het goed wonen is. In een daartoe ontworpen woning? Of in een atelier? Of omgekeerd? In de praktijk blijkt dat de bewoner en kunstenaar huis en atelier wisselt in functie van de seizoenen. In functie ook van het soort werk dat hij maakt. Maar de essentie is dat de architectuur van woning en atelier elkaars gelijke zijn. Op een lichte vorm van afwerking na. Zo ligt in het woongedeelte een eiken planken vloer, als subtiele verwijzing naar huiselijkheid.

In wezen bestaat het gebouw uit één elementair, industrieel stalen skelet, met een grote glazen pui op het zuiden, die zowel de woning als het atelier rijkelijk verlicht. In één beweging lieten de architecten tussen de muren van een rijhuis in Borgerhout deze twee verdiepingen hoge constructie optrekken. Los van de gemene tuinmuren: aan de ene kant op amper een meter van de muur, langs de zonnekant, licht achteroverhellend, een brede strook tuin overlatend.

In het woongedeelte hangt een mezzanine. Een gerecupereerde trap, met drie extra aangelijmde treden, leidt naar het met boekenkasten ingedeelde slaapvertrek. Recuperatiemeubelen, alsof het attributen op een toneelscène zijn, transformeren de rudimentaire architectuur tot een uiterst huiselijk geheel. Zelfs op een grijze winterdag lijkt het licht in niet onbelangrijke mate bij te dragen tot het optillen van deze ruimte tot een sprankelende leefruimte die kunstenaarsateliers als die van Ozenfant (Le Corbusier) of Brancusi in herinnering brengen. Het is merkwaardig om vast te stellen hoe er zich tussen de rudimentaire structuur van de ruwbouw, met name het stalen skelet en de rode snelbouwsteen, een atmosfeer van luxueus wonen ontvouwt, alleen maar door een surplus aan ruimte en licht dat overal binnenvalt. Ook de aanwezigheid van kunstwerken tilt de ruimte op tot een menselijke maat. De enorme vrijheid die de ruwbouw van deze woning en atelier in zich draagt, schept een architectuur van belofte, van maakbaarheid. Hier geen machine à habiter of een atelier waar in maatpak wordt geschilderd — herinner Mondriaan. Hier verknopen woning en atelier zich via de toch wel duidelijk gemodelleerde patiotuin, die zich in de lengte uitstrekt langs de glazen pui van het geheel.

Door de gevel die uitgeeft op de langgerekte patio achterover te laten hellen, is deze patio veel meer dan een smalle gang tussen het glas en de bakstenen gemene muur. Zowel voor de tuin als voor de woning en het atelier wordt er een open en vrije relatie gecreëerd met de hemel en het daglicht. Die op het eerste gezicht wat vreemde, schuine gevel, zorgt zonder meer voor een uitzonderlijke ontplooiing van de ruimte. Budgettair konden jammer genoeg niet alle ramen als guillotines op en neer schuiven. Maar dan nog, door de bijzondere werking van het licht, zowel in het interieur als exterieur, verglijdt de grens tussen binnen en buiten.

En zo genereert een infrastructuur die zich naakt en koud presenteert als een industriële loods plots een luxueuze uitstraling. Geen bourgeoisbohémien luxe, maar een poëtische calme, luxe et volupté.

Auteur: Koen Van Synghel

Projectdetails

TYPE GEBOUW:
LOCATIE:

Bloemstraat 20

2140 Antwerpen

België

DATUM VOLTOOID:

01-12-2006

PERMALINK:

Meer gebouwen