Architectenkantoor, Leuven
Copyright
WIT ARCHITECTEN - LEUVEN

Architectenkantoor

Soms duiken er gebouwen op die ongecompliceerd de definitie van architectuur belichamen. In het kantoor dat WIT architecten voor zichzelf ontwierp en liet bouwen langs de Mechelsestraat in Leuven, culmineren programma, context, structuur en expressie in een exemplarische architectonische synthese. Uitgangspunt vormde een schier onmogelijke bouwplaats. Een huizenrij diep ingesneden in de Keizersberg zet zich met de rug — een keermuur van twee bouwlagen hoog — schrap tegen de berg. Deze ongewone geografie maakt dat de huizen op de begane grond en de eerste verdieping alleen maar licht langs de straatzijde kunnen vangen. Uitdaging was het afbreken van zo’n huis en er opnieuw een gebouw neerzetten, zonder dat de bergwand zou instorten. Bovendien was de bouwgrond niet rechthoekig, maar een parallellogram.

WIT voelt zich thuis in dit soort gelaagde en verwarde stedelijke gebieden. De architecten laten zich niet afschrikken door complexe sites of schijnbaar onmogelijke randvoorwaarden. De moeilijke vorm van de plattegrond namen ze dus te baat. Meer zelfs, alle muren tot en met de werktafels stemden ze af op dat parallellogram, wat het geheel een eigenzinnige twist verleent. Het ontwerp put expressieve kracht uit het letterlijk keren van de grondkrachten. Haaks op de betonnen keermuur staan betonnen wanden die als steunberen de grondkrachten afleiden naar de fundering. Hiertussen wentelt de trap naar boven. Ingenieus klitten alle dienstfuncties samen tussen de betonnen wanden en de keermuur. De trapruimte van haar kant bloeit finaal open. Eens bovengronds (wat neerkomt op de derde verdieping) barst aan de achterzijde de ruimte open. Langs een achtertuin met bomen stroomt het zonlicht royaal naar binnen. In een handomdraai lijkt de natuurkracht van het daglicht het over te nemen van de zwaartekracht.

Het brute, onbehandelde beton van de keermuren transformeert onder het zonlicht tot een soort geometrische rots. Het raffinement waarmee dit gebeurt, doet denken aan de manier waarop Carlo Scarpa ruw beton liet transcenderen tot een edel materiaal, wel met dien verstande dat WIT zich behoedt voor toevoeging van luxueuze materialen en maniëristische detailleringen. Wat deze architectuur siert, is de subtiele balans tussen massa en ruimte, tussen donker en licht, tussen mediterraan aandoende massiefbouw en Scandinavische, houten lichtheid. Niet voor niets liggen de ontwerpruimtes op de tweede en derde verdieping. De hoogte biedt meer afstand ten opzichte van de nogal drukke Mechelsestraat en het daglicht valt ongemeen rijkelijk binnen in de ruimte. Het licht krijgt nog meer glans en diepte door de strakke regie van de materialen: houten plafonds en witgepleisterde muren doen het licht oplichten, het ruwe beton en zwart gelakte staal absorberen het licht selectief.

De architectuur van dit kantoor biedt meer dan een functioneel antwoord op de vraag naar nuttige gebruiksoppervlakte. De slimme zonering van de functies, zoals het archief en maquettewerkplaats op straatniveau en de bibliotheek en keuken-eetplaats op de eerste verdieping, krijgt ook iets symbolisch. Ergens belichaamt dit gebouw de kwalitatieve zonering van een traditioneel huis, zoals de Franse filosoof Bachelard die beschreef in zijn boek 'La poétique de l’espace'. Bachelard verfoeide appartementsgebouwen omdat ze, in tegenstelling tot het klassieke huis, geen kelder of zolder hebben, ruimtes die voor hem respectievelijk de band leggen met het onder- en bovenaardse. Zelfs al heeft het kantoor van WIT geen zolder, toch lijkt dit gebouw tussen het aardse en het hemelse te bemiddelen, tussen donker en licht, tussen bewust en onbewust. Een kelder heeft het gebouw wel. En wat voor één! Een oude ijskelder werd gerecupereerd. Daarin werd rond een stalen wenteltrap een stalen rekkenstructuur in elkaar geschroefd waarin het archief van het kantoor mettertijd zijn stek moet krijgen. Maar de kelder houdt evenzeer de belofte in dat ze ooit getransformeerd kan worden tot een wijnkelder. Die mogelijkheid, die sluimerende, veelzijdige identiteit, met name de vanzelfsprekende gedaanteverwisseling van kantoor tot woning, verleent dit gebouw extra kwaliteit. Is deze meerwaarde ten slotte niet de rijkdom die goede architectuur per definitie genereert of behoort te genereren?

Ook de bijzondere circulatie schenkt het gebouw interessante gebruiksmogelijkheden. Dankzij de strategische plaatsing van een functionele trap, die alle bouwlagen met elkaar verbindt en een tweede diensttrap, die de kleine ruimte op de begane grond verbindt met de eerste verdieping, creëren de architecten een complexe en rijke geleding, die in het gebouw gradiënten en schakeringen schept op het vlak van afzondering, intimiteit en privacy. De genereuze ruimten in een strak geregisseerd clair-obscurspel, het getemperde en tezelfdertijd royale contact tussen straat en omringende natuur, de ongekunstelde doch rijke collage van materialen die de ruimte articuleert en complexe resonanties schept: dit alles zindert door in de verstilde, abstracte, geometrische gevel. De grafische compositie van vlakken opaak en helder glas verweeft zich met het stalen schuifhekwerk aan de straat en maakt van de gevel een soort scherm waarop het leven van het kantoor naar buiten wordt geprojecteerd en de wat sombere straat oplicht.

- Koen Van Synghel

Dit project werd opengesteld op de Dag van de Architectuur 2013.

Projectdetails

ARCHITECT:
TYPE GEBOUW:
LOCATIE:

Mechelsestraat 225 A

3000 Leuven

België

DATUM VOLTOOID:

01-10-2008

PERMALINK:

Meer gebouwen