Gerechtsgebouw, Gent
Copyright
BEEL & ACHTERGAEL ARCHITECTS - GENT

Gerechtsgebouw, Gent

De ambitie van de ontwerpers van dit eigentijdse gerechtsgebouw was het creëren van een heldere, begrijpelijke structuur en het leveren van een sereen kader waarin bezoekers eerder ‘ontvangen’ dan ‘voorgeleid’ worden. Het resultaat werkt als een sober maatpak: het past voor alle gelegenheden. Voor een ‘rechtzoekende’ zal dit het decor worden voor heel goed of juist uiterst slecht nieuws, maar de architectuur wil klaarblijkelijk voor geen van beide een klankkast zijn. Het verlangen van de architect om een neutraal kader te bieden, wars van iedere semantische ambitie, wordt al voelbaar van zodra men het gebouw benadert. Het ruime plaza-achtige voorplein aan de voet van het gebouw vormt geen sokkel voor een monumentaal beeldhouwwerk, wel voor een zwijgzaam maar verfijnd staaltje minimalistische betonarchitectuur: een losstaand en op pijlers getild paviljoen dat oorspronkelijk gepland was als conciërgewoning. Dit sculpturale signaalgebouw vormt een perfect contrapunt voor het massieve hoofdgebouw, dat het als een sfinx lijkt te bewaken.

De inkom van dat hoofdgebouw zelf is allesbehalve theatraal, in die zin dat de bezoeker in een ongewoon onopzichtige ontvangstruimte terechtkomt. Daar valt meteen het ontbreken van een salle des pas perdus op. Aan een balie of op een videoscherm komt de bezoeker te weten welke kant hij op moet. Vervolgens kan hij zijn bestemming bereiken via de publieksas: een smalle, glazen doos die aan de kant van de Opgeëistenlaan tegen het bouwvolume leunt. Deze doos is als het ware een grid van horizontale corridors en erop aansluitende verticale panoramische liftkokers. Zonder die wat vreemde knauw in de gevel, zou dit rooster de bezoeker oelaten zich over de hele hoogte en breedte van de gevel te bewegen. De salle des pas perdus die er eerst niet leek te zijn, blijkt in feite samen te vallen met de publieksas. Deze oplossing maakt het dansspel van de jachtig heen en weer lopende bezoekers echter vooral zichtbaar voor toeschouwers van buitenaf, niet voor wie zich in het gebouw bevindt.

Wie bovenaan in de publieksas staat, geniet van een imposant zicht op de stad Gent en van een helder panorama op het gerechtsgebouw zelf. Twee patiotuinen onderscheiden de drie belangrijkste gebouwvolumes of ‘torens’ van elkaar. In een eerste toren aan de zuid-westelijke uithoek zijn alle zittingszalen gehuisvest. De twee andere bevatten onder meer de griffies van de rechtbanken. Aan de noordwestelijke zijde wordt het bouwvolume over de hele lengte begrensd door een niet-publieke zone met individuele kantoren van magistraten. De circulatielogica zorgt ervoor dat de drie belangrijkste gebruikersgroepen elkaars pad zo weinig mogelijk kruisen. Bezoekers sijpelen via de publieksas vanuit de zuidoostelijke kant van het gebouw naar binnen, terwijl magistraten en gedetineerden via twee strikt gescheiden parcours vanuit de noordwestelijke kant het gebouw betreden. Dat gegeven is het intelligentst uitgespeeld in de toren met de zittingszalen, waar hoge plafonds een weids ruimte-effect creëren dat nog wordt versterkt door volledig beglaasde wanden. Lateraal werden die wanden ontdubbeld, waardoor de geluidsdichtheid van de zittingszalen verzekerd wordt en er een gang ontstaat waarlangs de magistraten de zittingszalen kunnen binnenkomen. Het frequente gebruik van gordijnen, met doek bespannen wanden, vasttapijt en akoestische plafonds zorgt vooral in de
zittingszalen maar ook elders voor een gedempte sfeer. De architectuur zet sprekers er toe aan hun stem vooral niet te verheffen.

De doelstelling om een ‘transparant’ en open gebouw te creëren, viel soms moeilijk te rijmen met de strenge veiligheidsvoorschriften. Het verlangen van de stad Gent om één van de patio’s en zijn waterpartij toegankelijk te houden voor de buurtbewoners, paste bijvoorbeeld in een serie maatregelen om het buurtvreemde gebouw zo goed mogelijk in de site te integreren. Dat verlangen staat evenwel haaks op een advies van Justitie in Brussel, waar men de patio liever zou willen afsluiten.

Op de huidige bouwsite langs de Opgeëistenlaan lag vroeger een goederenstation. Deze plek was in die tijd het kloppende hart van een stadswijk. Nadien werd hij één van de weinige open ruimtes in een stadsweefsel (Rabot-Blaisantvest) dat voor de rest met kleine arbeiderswoningen en sociale woontorens is dichtgebouwd. Teneinde die ruimte niet nodeloos op te gebruiken, hield men het nieuwe gerechtsgebouw zo gebald mogelijk. Het park dat er nu als een schrijn rond wordt aangelegd en dat ontworpen is door de Parijse landschapsarchitect Michel Desvigne, wil vooral een geschenk zijn voor de buurt: een veelzijdige, ontspanningszone voor omwonenden.

Lionel Devlieger

Projectdetails

OPDRACHTGEVER:

Regie der Gebouwen

STUDIEBUREAUS:

stabiliteit, technieken en akoestiek: Technum, Lichte gevels: Van Santen et associés, Landschapsontwerp: Michel Desvigne paysagistes D.P.L.G.

HOOFDAANNEMERS:

open ruwbouw: Besix, Interbuild, Vanhout, dakbedekking: IRC daktechniek, gordijngevels: Laubeuf, Portal, Groven+, aluminium buitenschrijnwerk: Francovera

OPPERVLAKTE:

64000 m²

VOLUME:

250000 m³

TOTALE BOUWKOST:

86000000 €, excl. BTW

TOTALE BOUWKOST PER M2:

1344 €, excl. BTW

PERMALINK:

Meer gebouwen