De Duitse overheid in bezet België begon vanaf 1916 met de bouw van een klein aantal bescheiden woningen. Eén van de belangrijkste bronnen over dit schijnbaar paradoxale gegeven is de publicatie Neue Kleinhäuser in Belgien erstanden während des Krieges. geschreven door Regierungsbaumeister Johannes Schüller. Schüller was zelf ook actief betrokken bij de wederopbouwcampagne in België.
Toen Schüller in november 1918 zijn boek voltooide, was de oorlog al beëindigd. De Duitse wederopbouwcampagne in Vlaanderen liet slechts restanten na van een architecturaal experiment dat abrupt was beëindigd. De Duitse regering had de reconstructie vol moed aangevat, voornamelijk in de zwaar verwoeste regio tussen Antwerpen en Brussel, maar was niet in staat om het project te voltooien.
De vergelijking tussen de Duitse en Zwitserse initiatieven en de toenmalige Belgische architecturale vakliteratuur laat toe interessante verbanden en verschillen te duiden die een nieuw licht werpen op het wederopbouwdebat. Na 100 jaar heeft de Eerste Wereldoorlog nog steeds verassingen in petto.
Spreker Johan Van den Mooter behaalde een master in de kunstwetenschappen en een master in de monumenten- en landschapszorg. Zijn eindverhandeling over Duitse wederopbouw tijdens W.O.I werd gepubliceerd in het boek Regionalism and Modernity. Architecture in Western Europe, 1914-1940, 2013. Momenteel werkt Van den Mooter als projectcoördinator bij de vzw Kempens Landschap.
Van den Mooter presenteerde zijn onderzoek eerder op een studiedag over wederopbouwarchitectuur in Antwerpen en Vlaams-Brabant in 2010, waarvan CVAa co-organisator was.
Deze lezing wordt gehouden op 27 maart 2014 en vangt aan om 20:00u.