Tot op heden wordt de ontwikkeling van het platteland over het algemeen vanuit het stedelijk perspectief bedacht. Het platteland als producent van voedsel voor de stedelijke bevolking, als uitbreidingsgebied of als recreatiegebied. Zelfs de ontwikkeling of bescherming van natuur op het platteland staat uiteindelijk ten dienste van de stad: een plek waar de stedeling natuurschoon kan ervaren als tegenwicht voor de verderfelijke stad. OASE 63 ondervraagt bestaande benaderingen die het (platte)land als het lege of 'negatieve' deel van de hedendaagse stedelijke conditie beschouwen en het land bijgevolg reduceren tot wat overblijft nadat de positieve stedelijke vorm is gedacht.
In OASE 63 wordt het perspectief omgedraaid: niet de stad of de verstedelijking maar het (platte)land en de agrarische industrie vormen het beginpunt van dit onderzoek. Is het mogelijk om vanuit de intrinsieke kwaliteiten van het platteland een alternatieve toekomst voor het platteland te denken? Hoever reikt de capaciteit van het land om hedendaagse praktijken en processen te absorberen? Telt het platteland als drager van de economie überhaupt nog mee? Het problematiseren en herdenken van de tweedeling stad/land en het bepalen van de waardeverhouding gebeurt vanuit verschillende invalshoeken: herinterpretatie van historische aanzetten, hedendaagse ontwerpen, analyse, beschouwing en theorievorming.