De conferentie van het Jaap Bakema Study Centre werpt dit jaar een kritische blik op de wisselwerking tussen architectuur en digitale cultuur sinds de jaren zeventig. Hoe heeft de opkomende informatiemaatschappij vorm gekregen in de architectuur? Welke nieuwe typologieën zijn er ontwikkeld? En welke rol heeft de architectuur gespeeld in de discussie over kunstmatige intelligentie?
In de mondiale geschiedenis van de digitale cultuur worden de jaren zeventig wel gezien als een overgangsperiode: een fase tussen de verbluffende opkomst en ondergang van de cybernetica, halverwege de twintigste eeuw, en de popularisering van de personal computer en de eerste kritische discussies over kunstmatige intelligentie en surveillance eind jaren tachtig. De techno-utopische speelsheid van de architectuur, kunst en filosofie van de jaren zestig maakte plaats voor toepassingsgerichte technologiën voor de postindustriële samenleving. De focus lag nu op het ontwerpen van specifieke hulpmiddelen, digitale standaarden en geautomatiseerde diensten voor de toekomstige informatiemaatschappij. De miniaturisering van de technologie, en dan met name de ontwikkeling van de microchip, zorgde voor ingrijpende veranderingen, niet alleen in de natuurwetenschappen, de industrie en de economie, maar ook in de architectuur en het stedelijk ontwerp.
De conferentie richt de blik op gebouwen, archieven, netwerken, concepten en beeldcultuur. Lang voor de beroemde ontwerpen van Greg Lynn, Kas Oosterhuis, Lars Spuybroek en Maurice Nio was het digitale al stevig verankerd in de architectonische discipline. Hoe beoordelen we de diverse veranderingen en gevolgen van de digitale wereld voor de architectuur vanuit een historisch en cultureel perspectief?
Jaap Bakema Study Centre
25.11.2020 - 26.11.2020
Online activiteit
Engels
Ontdek onze werking rond digitale architectuurarchieven