De Dienst voor Oorlogsschade was een van de eerste instellingen die in 1917 gecreëerd werden om de kwestie van de oorlogsschade te bestuderen. Hij moest praktische oplossingen voorbereiden op wetgevend en administratief vlak en toezien op de uitvoering ervan. Hij werd opgericht binnen het Ministerie van Justitie, maar kort daarna overgeheveld naar het nieuwe Ministerie van Staathuishoudkundige Zaken (het latere Ministerie van Economische Zaken). Hij behandelde de schadedossiers in de periode voordat de aanvraag en de vaststelling van schade geregeld was door de wetten van 23/10/1918 en 10/05/1919. Hij was ook belast met het nazicht van de vonnissen.
Hoewel de Dienst voor Oorlogsschade een belangrijke plaats innam in de afhandeling van de schadedossiers, zijn er in het gemeentearchief weinig documenten van terug te vinden, op een aantal omzendbrieven met richtlijnen na. De dienst staat wel vermeld als betrokken instantie op de Landbouwherstellingscontracten, naast het Ministerie van Landbouw en Openbare Werken.