Een collectie ontstaat niet uit het niets. De collectie van het VAi gaat terug tot het einde van de jaren 80, toen de Provincie Antwerpen het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen (APA) oprichtte. Kom hier meer te weten over haar ontstaan en verdere ontwikkeling.
Het overgrote deel van de collectie van het Vlaams Architectuurinstituut komt voort uit de verzameling van het Architectuurarchief van de Provincie Antwerpen (APA), dat ontstond in 1988. De oprichting van het APA vloeit voort uit de grotere bewustwording in Vlaanderen in de jaren 1980 dat zonder beleid het kwetsbare erfgoed van de private architectuurarchieven dreigde verloren te gaan. Het was de Koninklijke Commissie voor Monumenten en Landschappen die de Vlaamse provinciebesturen in 1987 mobiliseerde voor het behoud van deze archieven. In de praktijk bouwde echter alleen het Antwerpse provinciebestuur een eerstelijnszorg uit.
De richtinggevende criteria voor het verzamelbeleid waren van bij de start een focus op de provincie Antwerpen, een afbakening voor de 19de en de 20ste eeuw en aandacht voor de praktijk van ontwerpen en bouwen. Het eerste archief dat in 1988 werd verworven was meteen het belangrijke archief van architect Léon Stynen. In de eerste jaren volgden archieven als die van Eduard Van Steenbergen, Jos Smolderen en Joseph-Louis Stynen.
Doorheen de jaren is de collectie sterk aangegroeid. Van vijftien archieven in 1995 ging het naar achtentwintig in 2000, eenenzeventig in 2005, zevenennegentig in 2010 en honderdvijfendertig in 2015. Op basis van de archieven werd een vakbibliotheek opgestart en een verzameling productcatalogi en maquettes aangelegd. In 2000 kreeg het collectieprofiel een grondige herziening. Niet alleen de gecanoniseerde architectuur (de ‘grote namen’) kwam aan bod, maar er moest ook uitgegaan worden van de architectuurpraktijk en de gebouwde omgeving in al hun verscheidenheid. Bij het verwerven keek APA verder dan de klassieke historische canon en kreeg de omschrijving ‘architecturale bedrijvigheid’ een bredere invulling. Met verwervingen als dat van het archief van architect Christian Kieckens, waarvan de relevantie die van de provincie Antwerpen oversteeg, verlegde het werkterrein van APA zich ook steeds meer naar heel Vlaanderen.
Aanvankelijk bevond de collectie zich in enkele ruimtes in het Provinciaal Instituut voor Hygiëne. In 2009 belandde de collectie uiteindelijk, na vier verhuizingen, in het Archiefhuis in de Parochiaanstraat.
In 2003 werd door de Vlaamse Gemeenschap het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven (CVAa) in het leven geroepen. Dit expertisecentrum werd ondergebracht bij het Vlaams Architectuurinstituut (VAi) en moest op Vlaamse niveau de kennis over architectuurarchieven verdiepen en verspreiden en een goed beheer en ontsluiting ervan aanwakkeren. Het CVAa zorgde er mee voor dat de ‘Vlaamse’ achterstand op het vlak van architectuurarchiefbeleid geleidelijk aan werd weggewerkt. Het zette in op de registratie van het ‘cultureel erfgoed van het ontwerp van de omgeving’, stemde via concrete projecten bestaande bewaarinstellingen beter op elkaar af. Het CVAa zet zijn activiteiten verder als het kenniscentrum van het VAi.
Met de afslanking van de provincies als concrete aanleiding smolten het VAi, CVAa en APA samen op één januari 2018. De intentie om nauwer samen te werken dateerde echter al van enkele jaren voordien, vanwege de werking van het Centrum Vlaamse Architectuurarchieven binnen het VAi. Het samengaan van de twee organisaties biedt opportuniteiten om de bestaande dynamieken verder uit te bouwen en heden, verleden en toekomst van ruimtelijke vraagstukken met elkaar te verbinden. De uitbouw van de collectie architectuurarchieven wordt verdergezet, ditmaal met de uitgesproken doelstelling om een referentiecollectie uit te bouwen voor architectuur in Vlaanderen, die zich bovendien kan meten met internationale collecties.