Cartijnenveld

Op vraag van de groep Dhedene-TV Mathildegang werd een groepswoningbouw ontworpen door het architectenbureau a33 architecten. Het project is een combinatie van renovatie en nieuwbouw. Samen met verschillende studiebureaus zoals nv Establis, stabiliteit nv ESSA, CV en RWA ontwerpbureau Pauwels omgevingsaanleg werd het plan opgemaakt. Houben werd verantwoordelijk gesteld voor de aanneming van het project. Op 3 december 2010 werd de groepswoningbouw opgeleverd.

Het bouwblok, bestaande uit 8 grondgebonden woningen, 3 penthouses, 14 duplex appartementen, 11 appartementen en 36 studentenkamers, gelegen in Leuven, beslaat in totaal 13 338 m². Het hoofdgebouw, een voormalige Rijkswachtkazerne, de noordwestzijde van het bouwblok, heeft een neobarokke voorgevel en ligt aan de Dagobertstraat. Dit gebouw is behouden en werd volledig gerenoveerd. Hierin zijn duplex appartementen ondergebracht met twee of drie slaapkamers. Aansluitend bij de historische gevel, op de hoek van de Dagobertstraat met de Mathildegang, werd een nieuwbouw aangehecht. Hierin zijn 36 studentenkamers ondergebracht met een gemeenschappelijke ruimte. Het hedendaagse gebouw telt drie verdiepingen en heeft een uitkragende kopgevel. Naast de toegang tot de overdekte fietsenstalling is er ook een toegang voorzien tot de ondergrondse parking.

De grondgebonden woningen met drie slaapkamers en tuin en de verschillende appartementstypes met een, twee of drie slaapkamers zijn gevestigd rond een binnenkoer. Deze is semipubliek opgevat, als een verkeersvrij groen binnenplein. Via de toegangspoort in het historischs gebouw en een doorgang in de nieuwbouw aan de Mathildegang is dit plein bereikbaar. De toegangen tot de duplex appartementen in het historisch pand en de verschillende eengezinswoningen en appartementen
zijn bereikbaar van op het binnenplein. De drie penthouses met twee slaapkamers boven de eengezinswoningen zijn bereikbaar via een wenteltrap die uitkomt op een doorlopend terras.

Voor de nieuwbouw is gekozen voor het gebruik van duurzame materialen. Aan de straatzijden is het gebouw opgetrokken in rode baksteen met een antracietkleurige voeg. Achteraan, ter hoogte van de binnenkoer, worden twee soorten gevelbekleding gebruikt. Naast rode baksteen is er gebruik gemaakt van aluminiumtegels als muurbekleding. Zowel aan de straatzijde als aan de achterzijde werd een opvallend, speels patroon ingewerkt in een deel van de bakstenenmuren. De muren zijn niet egaal vlak, hier en daar springen kopse bakstenen eruit.

Bron: deze projectbeschrijving is gebaseerd op de projecttekst van de architecten en een architectuurtekst van Joke Crusenaire (3de bachelor architectuur van de Artesis Hogeschool).